Auteursarchief: Adri Duivesteijn

Inspiratiesessie Wooncoöperatie

Op 7 november 2014 organiseert HabiTask een inspiratiesessie voor bestuurders, managers en beleidsmakers van corporaties, over de idealen en mogelijke uitwerking van de Wooncoöperatie. De minister voor Wonen en Rijksdienst, Stef Blok, maakte onlangs bekend de Wooncoöperatie – waarin bewoners hun huurwoning kunnen kopen en het onderhoud en het beheer van de woningen en woonomgeving gezamenlijk kunnen verzorgen – onder de Woningwet een plek in het woonbestel te geven (zie hier de acherliggende stukken). Ook wordt geregeld dat corporaties aan bewoners met een lager inkomen leningen voor het onderhoud mogen geven. Daarmee is de wettelijke verankering van de Wooncoöperatie bijna een feit. Zie hier mijn duiding van dit besluit (“wat is een Wooncoöperatie?).

Schilderswijk-manifest, toegelicht bij Den Haag FM

Op 11 september was ik te gast bij Den Haag FM, onder meer om te spreken over het manifest dat ik onlangs – samen met Theo Monkhorst, Hanneke Gelderblom-Lankhout en Ram Ramlal – schreef naar aanleiding van de demonstraties in de Schilderswijk. Doel van het manifest was – en is – het gemeentebestuur op te roepen om te komen tot een gecoördineerd multicultureel beleid.

Lees hier het volledige manifest; lees hier andere artikelen over de Schilderswijk. Luister hier naar het interview.

 

De wettelijke verankering van de Wooncoöperatie is bijna een feit, maar wat is een Wooncoöperatie?

FotoEindelijk is het zover; de Wooncoöperatie lijkt er nu echt te komen. Eerder deze week berichtte de minister voor Wonen en Rijksdienst, Stef Blok, dat hij de Wooncoöperatie een plek geeft in het woonbestel. Het is voor het eerst sinds 1901 dat er in de Woningwet een mogelijkheid voor lagere inkomensgroepen komt, om zelf inhoud te geven aan het eigen wonen. Daarmee wordt een begin gemaakt met een sociaal woonstelsel, waarin het niet langer de goedwillende bestuurders van de – aanvankelijk op charitas gebaseerde en later geprofessionaliseerde – woningcorporaties zijn, die exclusief de dienst uitmaken (en die zichzelf daar goed voor belonen). Nee, in de Wooncoöperatie wordt het de bewoner zélf die, samen met zijn of haar medebewoners, beslist hoe de woon- en leefomgeving z’n vorm krijgt. Zo verschuift de zeggenschap stap voor stap naar de doelgroep: de (huidige) huurders. Deze vorm van zelforganisatie is in veel landen volkomen vanzelfsprekend, maar in Nederland hebben woningcorporaties een monopoliepositie als het gaat om de huisvesting van de lagere inkomensgroepen. Maar vanaf 1 januari 2015 valt er voor ook hier wat te kiezen; kiezen tussen koop en huur, tussen verzorgd worden en voor jezelf zorgen. Iedereen kan dit voortaan zelf gaan bepalen. En deze vrijheid, daar gaat het om bij dit wetsvoorstel. Niets meer en niets minder. Lees verder

Minister Blok geeft Wooncoöperatie plek in woonbestel

Op 2 september heeft de minister voor Wonen en Rijksdienst bekend gemaakt dat de Wooncoöperatie waarin bewoners – “naar idee van senator Duivesteijn” – hun huurwoning kunnen kopen en het onderhoud en het beheer van de woningen en woonomgeving gezamenlijk kunnen verzorgen, onder de Woningwet een plek krijgt in het woonbestel. Ook wordt geregeld dat corporaties aan bewoners met een lager inkomen leningen voor het onderhoud mogen geven.

De wetswijziging is op 2 september naar de kamer gestuurd.

Zie hier het persbericht; zie hier het begeleidend schrijven aan de Tweede Kamer; zie hier de Nota van Wijziging; zie hier een eerste proeve AmvB.

Waarom een essay over de PvdA en de noodzaak van een waardengedreven politiek?

Verantwoording

WWHet was in de laatste week van juni, tijdens een vergadering van de Eerste Kamerfractie van de PvdA, dat ik mij onzeker voelde. Ik was bezig met een open brief aan mijn partijgenoten, waarin ik aandacht vroeg voor het steeds verder naar de achtergrond verdwijnen van een waardengedreven sociaal-democratische politiek binnen de PvdA. In het concept had ik getracht greep te krijgen op hoe de partij functioneerde sinds de toetreding tot het kabinet Rutte II. De toonzetting was kritisch. Maar, zo stelde ik mij de vraag, was ik in mijn analyse wel evenwichtig genoeg? Kon ik daarvoor wel voldoende afstand nemen? Per slot van rekening ben ik zelf ook actor in het parlementaire spel. Had ik mijn eigen gedachten – of beter gezegd: mijn kritiek – wel goed genoeg gewogen?

Het was op dát moment, dat ik Willem Witteveen in de centrale hal van de Eerste Kamer aansprak en vroeg of hij even tijd had. “Ik moet je wat vragen. En misschien is het een vreemde vraag, want eigenlijk ben ik al klaar.” Ik legde uit dat zojuist de laatste hand had gelegd aan een open brief aan de leden van de PvdA. Met enkele vertrouwde partijgenoten had ik er al over gesproken, en één had zelfs minutieus meegelezen. Toch was er nog onzekerheid en wilde ik, voor mijn eigen geruststelling, een finale check. Voor mij vertegenwoordigde Willem een wandelend sociaal-democratisch geweten. Hij was een autonoom denker, iets wat in de politiek geenszins vanzelfsprekend is. Je zag aan hem wat hij oprecht vond; het was mooi hoe hij zijn wenkbrauwen fronste wanneer een partijgenoot, vaak met een veelheid aan woorden, opportunistische motieven probeerde te verhullen. Op zulke momenten genoot ik van zijn kritische, uitgesproken blik. “Willem, Ik wil heel graag dat jij mijn verhaal leest, en in feite wil ik maar één ding weten. Vlieg ik uit de bocht? Is het verhaal over de top? Heb ik mijn argumenten wel goed gewogen?”

In de nacht van 2 juli stuurde ik Willem mijn verhaal toe. In de ochtend van 3 juli kreeg ik zijn e-mail, met de conclusie: “Een mooi integer en eerlijk verhaal. Publiceren dus.” De centrale vraag die Willem – ook naar aanleiding van mijn essay – stelde, is hoe wij ons anders kunnen organiseren. Hoe zetten we onze waardevolle beginselen om in concrete actie? Daar zou het wat hem betreft over moeten gaan, en niet over de vraag hoe we ons eigen gelijk nog beter (kunnen) uitleggen. Op 8 juli, de laatste vergaderdag voor het zomerreces, spraken we door over zijn opmerkingen en kanttekeningen.

De open brief werd een zelfstandig essay, met de titel ‘De PvdA staat met transactie-denken haar eigen waarden in de weg’, dat ik op 16 juli aanbood aan de voorzitter van de PvdA, Hans Spekman. Aan het eind van die week zou ik het essay openbaar maken.  Een passend moment, in de luwte van het reces waarin de waan van de dag niet zou domineren en er tijd voor reflectie is.

Hoe anders liep het? In de middag van 17 juli kwam het afgrijselijke nieuws dat er boven Oekraïne een vliegtuig, eerder vertrokken vanaf Schiphol, was neergestort. Al heel snel werd duidelijk dat het hier niet om een ongeluk ging, maar dat het vliegtuig door rebellen uit de lucht was geschoten. De volgende ochtend ging de telefoon; Willem Witteveen, zijn vrouw Lidwien en dochter Marit – die nog maar net haar stage in de Eerste Kamer had afgerond – behoorden tot de 298 slachtoffers. Wat volgde, was een periode van verbijstering.

De ramp met vlucht MH17 veranderde (ook) mijn wereld. Het essay over de dominantie van het transactie-denken binnen de PvdA schoof logischerwijs naar de achtergrond. Maar zoals wij allemaal weten draait de wereld door. Het leven gaat door; de toekomst blijft. En de vraag hoe de PvdA haar sociaal-democratische waarden in het dagelijks handelen weet te vertalen blijft onverkort relevant. Dat neemt niet weg dat het beeld ten opzichte van 17 juli wezenlijk is veranderd. Het kabinet Rutte II heeft op het cruciale moment laten zien dat waardigheid een groot goed is. De manier waarop met name de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken zich na de ramp met vlucht MH17 naar het binnen- en buitenland hebben gepresenteerd en de keuzes die zij hebben gemaakt verdienen alle waardering. Want dat is waar het in de politiek om gaat; om op zo’n belangrijk moment substantieel inhoud te geven aan het recht op menselijke waardigheid. Tegelijkertijd is het misschien wel de meest indringende illustratie van het feit dat politiek primair waardengedreven moet zijn. Voor mij is dat ook de kern van mijn essay, wat in essentie een pleidooi is om het transactie denken los te laten en daarvoor in het politiek handelen de eigen waarden centraal te stellen. De centrale vraagstelling van Willem Witteveen, zoals hij die formuleerde in reactie op mijn essay, kan daarbij een mooie leidraad voor het debat binnen de partij zijn:

“Dag Adri, (…) Hoe organiseren we ons anders? Hoe zetten we onze waardevolle beginselen in actie om? Daar moet het eerst over gaan. Niet: hoe leggen we ons gelijk nog beter uit. Groeten, Willem”

Lees hier de aanbiedingsbrief aan de voorzitter van de PvdA; lees hier meer over het essay; lees hier het essay zelf.

De Schilderswijk is de spiegel van ons toekomstig bestaan

1Het was november 1980. Ik stond op het punt mijn dagboek uit te brengen, over de ontberingen die onderdeel waren van het dagelijks leven van de bewoners van de Haagse Schilderswijk. Grote delen van de wijk verkeerden in een erbarmelijke staat, en de (on)leefbaarheid was schrijnend. Het leidde tot heftige discussies en tal van conflicten tussen de bewoners en het gemeentebestuur. Toch leek de noodzaak van een vernieuwing van de Schilderswijk maar niet ten volle tot het stadsbestuur door te dringen. Om mijn argumenten – als actieve bewoner en als gemeenteraadslid voor de PvdA – kracht bij te zetten, was ik begonnen met het bijhouden van een dagboek. In dit dagboek beschreef ik gedetailleerd wat wij als bewoners van een heuse krottenwijk allemaal moesten ondergaan; hoe abnormaal ons dagelijks leven eigenlijk was. In die tijd woonde ik in de Van Dijckstraat, in het hart van de Schilderswijk. De woning zelf was ruim en prettig. Oud en versleten uiteraard, maar van binnen – zoals men dat in die tijd uitdrukte – een ‘paleisje’. Maar vanaf het moment dat ik mijn voordeur uitstapte, kwam ik in een andere wereld terecht. Daar was de verpaupering alom vertegenwoordigd, met dichtgespijkerde panden en braakliggende terreinen waar allerhande vuil werd gestort en er tegelijkertijd kinderen speelden. Op enkele bomen op het binnenterrein van het fameuze Oranjeplein na, was groen geen onderdeel van de publieke ruimte. Samenvattend kon je de Schilderswijk omschrijven als vervallen, vervuild en vooral: zonder waardigheid.

En omdat woorden, zoals ik eerder had gemerkt, blijkbaar niet genoeg tot de verbeelding spraken, was ik naast het schrijven ook begonnen met het fotograferen van mijn directe woon- en leefomgeving. Mijn dagboek zou, zo nam ik mijzelf voor, niet alleen in woord maar vooral ook in beeld een niet te ontkennen bewijs van de chaos vormen, die een groot deel van de Schilderswijk op dat moment was. Lees verder

Blog voor BNA

In Nederland hebben we te maken met een vreemde paradox. Als we terugblikken op de afgelopen honderd jaar, zien we een enorme vooruitgang. We hebben ons bijna letterlijk vrijgevochten; van een feodale samenleving naar een democratische verzorgingsstaat, waarin burgers meer rechten hebben en geschoold en geëmancipeerd zijn. Waar de staat aanvankelijk voor mensen zorgde, leidt deze modernisering op steeds meer beleidsterreinen tot een fundamentele rolverandering. Behalve op het beleidsterrein van het wonen; daar lijkt de tijd te hebben stilgestaan.

Maar naar aanleiding van de toezegging de de minister voor Wonen en Rijksdienst tijdens het debat over de verhuurderheffing deed – namelijk dat hij “nog voor het einde van 2014 zal komen met een uitwerking van de Wooncoöperatie, een vorm van zelforganisatie van kopers en huurders, gericht op gezamenlijke doelen, als nieuwe vorm van toegelaten instelling” – zijn er veranderingen op komst, die ook voor architecten nieuwe kansen en uitdagingen bieden. Ik schreef er een column over voor BNA, die vandaag werd gepubliceerd.

Lees hier de column.

PvdA staat met transactie-denken haar eigen waarden in de weg

Constant

New Babylon biedt slechts minimale voorwaarden voor een gedrag dat zo vrij mogelijk moet blijven. Elke beperking met betrekking tot bewegingsvrijheid, elke beperking met betrekking tot het creëren van stemming en atmosfeer moet worden verhinderd. Alles moet mogelijk blijven, alles moet kunnen gebeuren, de omgeving wordt gecreëerd door de activiteiten van het leven en niet andersom.” ‘New Babylon’ van Constant (1920-2005)

Het sentiment rond de Partij van de Arbeid – nu (nog) de grootste linkse partij van Nederland – is ronduit slecht te noemen; zó slecht, dat het de vraag rechtvaardigt of dat in de toekomst nog wel zo vanzelfsprekend is. Hoe kan het dat de PvdA na de eclatante verkiezingsuitslag in 2012, dus in zo’n korte tijd, zoveel krediet bij haar kiezers en veel van haar leden heeft verloren? Minstens zo zorgelijk vind ik dat er binnen de PvdA geen werkelijk gesprek wordt gevoerd over de oorzaken, en over hoe wij gemeenschappelijk kunnen werken aan het herstel van het vertrouwen in de PvdA.

Naar mijn idee heeft het verlies van vertrouwen veel te maken met het gegeven dat de wereld van ‘het Binnenhof’ zich meer en meer manifesteert als zelfstandige entiteit. Waar er eerder (te) strikte verbindingen waren met de (zuilen)maatschappij, dan wel dat de politieke fracties deel waren van een bredere politieke beweging, lijkt het politieke bedrijf nu haar betekenis te ontlenen aan een werkwijze waarin vooral het transactie-denken tussen fracties domineert.

Ik zie dit transactie-denken als een belangrijke oorzaak van de vervreemding van de PvdA ten opzichte van haar achterban. Het leidt binnen het regeerakkoord en de verschillende deelakkoorden immers tot een complex stelsel van afspraken die vaak innerlijk tegenstrijdig zijn, en die het op belangrijke onderdelen van het beleid steeds moeilijker maken om de eigen waarden geloofwaardig overeind te houden.

Een herstel van vertrouwen begint met het gesprek waarin wij oorzaken doorgronden en bezien wat een gemeenschappelijke inzet zou kunnen zijn om het vertrouwen te herstellen. Het is daarom dat ik – op persoonlijke titel – een essay heb geschreven, dat ik op 16 juli aan de voorzitter van de PvdA heb aangeboden, met het verzoek het aan de leden van de PvdA te doen toekomen. Lees hier het essay, met de titel: ‘PvdA staat met transactie-denken haar eigen waarden in de weg’.