21 december 2017, het begin van de winter, zou weleens een nieuwe lente kunnen gaan inluiden voor de wooncoöperatie in ons land. Het was deze dag, in een week van heftige griep kwam ik er graag mijn bed voor uit, dat er een eerste kennismaking plaatsvond met de nieuwe Minister van Wonen Kajsa Ollongren (D66) en de Stuurgroep Wooncoöperaties van het gelijknamige stimuleringsprogramma van de rijksoverheid dat wordt uitgevoerd door het Platform 31.
Het was alweer vier jaar na het spraakmakende debat op 16 december 2013 in de Eerste Kamer over het Woonakkoord. Een debat dat midden in de nacht eindigde met de toezegging van de toenmalige Minister van Wonen Stef Blok (VVD) dat de Wooncoöperatie een evenwaardige plek in ons sociale woonstelsel zou gaan krijgen. En inderdaad met de invoering van de Woningwet 2015 – artikel 18 a – heeft de wooncoöperatie voor het eerst sinds de Woningwet 1901 een wettelijke status binnen ons sociale woonstelsel.
Ik kijk er, zoals velen met gemengde gevoelens op terug, omdat de kern van het Woonakkoord fundamenteel indruiste tegen de beginselen van ‘toegankelijkheid, betaalbaarheid en zeggenschap’ in het wonen voor iedereen. Helaas bleken die beginselen voor de toenmalige leider van de PvdA geen betekenis te hebben toen deze een Regeerakkoord sloot met de VVD. Een – toenemend – marktconform huurbeleid, invoering van de verhuurdersheffing als platte belastingmaatregel werden ingeruild voor een prijscompensatie in de huurtoeslag voor de lagere inkomens en een verandering van het stelsel van de hypotheekrenteaftrek. Met dit Woonakkoord zou per saldo vooral de kwetsbaarheid van alle huurders gaan toenemen zonder dat zij een mogelijkheid kregen om aan dit systeem van ‘verzorging’ te ontsnappen.
Ik ben een overtuigd voorstander van een goede sociale huursector. Maar niet enkelvoudig als monopolist voor huisvesting van lagere inkomens. Zelfbeschikking, zelforganisatie en zelfbeheer zijn de kernbegrippen van het wonen in deze eeuw. Ook huurders binnen de sociale huursector moeten het grondrecht krijgen – net als in de landen om ons heen- om zelf inhoud te kunnen geven aan hun eigen wonen (Right to Manage) en het beheer van haar woonomgeving (Right to Challence). Juist het Woonakkoord was voor mij een extra reden om tijdens dit debat te pleiten voor een wettelijk recht voor huurders om zichzelf te kunnen organiseren en binnen ons sociale woonstelsel een eigen wooncoöperatie op te richten. Slechts een keiharde confrontatie, met de regering, waarin ook mijn partij verantwoordelijkheid droeg, leidde tot de toezegging van het opnemen van de Wooncoöperatie in de Woningwet. En eerlijk is eerlijk, de Minister van Wonen Stef Blok heeft woord gehouden en heeft in zijn Woningwet 2015 de Wooncoöperatie een officiële status gegeven. Tevens gaf hij gehoor aan de wens van de Eerste Kamer om een stimuleringsprogramma vorm te geven. Nog in 2014 startte het Platform 31 met een eigen programma. In 2015, volgde in opdracht van de rijksoverheid, een verbreding van dit programma over het hele land. In 2016 kwam de minister van Wonen met een experimenteer regeling die het mogelijk maakt dat woningcorporaties – al dan niet onder voorwaarden – 50% korting kunnen geven op de taxatiewaarde van de woningen bij overdracht aan een woningcorporatie.
Met de invoering van een wettelijke status van de Wooncoöperatie in de Woningwet is een eerste stap gezet naar de verbreding van ons woonstelsel dat sinds haar begin in 1901 gevangen zit in het cliché van óf (sociale) huur óf koop. Meer smaken kennen wij niet. Bovendien is het inkomen bepalend of je een woning kan en mag kopen dan wel een woning moet huren. Dat veel huurders hun wonen anders willen invullen werd duidelijk met het programma Wooncoöperatie van het Platform 31. In het hele land zien wij tal van initiatieven onder bewoners om te komen tot een vorm van zelforganisatie. Maar helaas ook maakt het ook duidelijk, dat er nog veel belemmeringen zijn en – eufemistisch gesteld – veel woningcorporaties nog niet echt ten volle willen meewerken aan deze vorm van verzelfstandiging van hun huurders. Het was dan ook zeer goed nieuws, toen in het nieuwe Regeerakkoord van deze regeringscombinatie, waar zoals bekend mijn partij geen deel van uitmaakt, een werkelijk hele mooie passage is opgenomen die bepalend kan zijn voor de toekomst van ons woonstelsel, en de wooncoöperatie in het bijzonder.
“Een wooncoöperatie is een organisatievorm waarbij huurders gezamenlijk eigenaar zijn van de woningen. De wooncoöperatie vormt een alternatief voor twee ‘traditionele’ oplossingen die we in Nederland kennen: het op individuele basis huren van een woning van een externe partij en het individuele eigendom van een woning. In wooncoöperaties zijn mensen directer betrokken bij het beheer van hun woningen en de leefomgeving. Onderzocht zal worden hoe de mogelijkheden voor het beheer van hun woning en leefomgeving voor de leden van de wooncoöperaties om de huurwoningen over te nemen kunnen worden vergroot” Regeerakkoord 2017-2021, hoofdstuk 2.3 Wonen, pagina 32
In niet mis te verstane woorden stelt, voor het eerst – sinds de invoering van de Woningwet 1901 – een regering, dat wij voor ons wonen slechts ‘traditionele’ oplossingen (huur of koop) hebben, en dat de wooncoöperatie een alternatief is om zelf inhoud te geven aan het wonen en de mogelijkheden hiertoe moeten worden vergroot. Daarmee lijkt de tijd rijp voor een echte doorbraak van het fenomeen wooncoöperatie.
Wij weten het, woorden in een Regeerakkoord zijn geduldig. The proof is in the eating of the pudding. De vraag is daarbij vooral wat de ambitie van de nieuwe Minister van Wonen is? Op welke wijze gaat zij inhoud geven aan de mooie volzin in het regeerakkoord? Al direct aan het begin van onze kennismaking in ons gesprek liet de minister van BZK blijken blij te zijn, dat ‘wonen’ deel van haar portefeuille was geworden en dat zij er naar uitkeek om hieraan inhoud te geven. Maar wat voor de stuurgroep nog veel belangrijker was, was dat zij overtuigend de gedachte van de wooncoöperatie binnen ons woonstelsel omarmde. Onomwonden gaf zij aan een vervolg te willen geven aan het lopende stimuleringsprogramma van het Platform 31. Dat zij open staat om met elkaar te werken aan standaarden die het voor bewonersorganisaties, woningcorporaties en banken gemakkelijker maken tot gezamenlijk te komen tot de oprichting van wooncoöperaties. Ze wil overwegen om de huidige (tijdelijke) kortingsregeling bij de overdracht van sociale huurwoningen aan de nieuwe woningcorporaties, die werd ingevoerd door minister Blok, en die voor de haalbaarheid en betaalbaarheid van initiatieven cruciaal zijn, voort te zetten en mogelijk definitief te maken. Nog voor de gemeenteraadsverkiezingen wil ze heel graag kennis maken met de praktijk van de vele wooncoöperaties-initiatieven die in ons land actief zijn. En tot slot, last but not least, zij met het Platform 31 het geplande tweede congres over Wooncoöperaties graag naar voren wil halen (wordt nu mei 2018!) om juist daar ook haar beleidsvoornemens uiteen te kunnen zetten. Kortom wij kunnen in 2018 met een enorme energie vooruit!

100 jaar bestaat de Wooncoöperatie Berg en Daal (Papaverhof) in Den Haag. Hun publicatie is voor de nieuwe minister van wonen een mooie inspiratiebron.
Al vanaf 1975 heb ik tal van overleggen met ministers van wonen meegemaakt. Maar niet eerder heb ik een nieuwe minister voor wonen zo helder en open horen spreken over het aspect van het recht op zeggenschap om het eigen wonen inhoud te geven. En ik stond niet alleen in mijn waardering. Alle leden, projectleider en adviseur van de Stuurgroep Wooncoöperatie die het overleg bijwoonden waren op gelijke wijze enthousiast. Hier zit een Minister van Wonen die niet gevangen is in een belangenstructuur van de vroegere zuilen, dan wel opgesloten zit in een politiek dogma waar of de overheid alles moet doen of juist niets, omdat de markt het wel zou kunnen. Juist deze opstelling kan het pad effenen voor een meer open en modern woonstelsel, waarin er naast (sociaal) huren en kopen ruimte is voor zelfbeschikking, zelforganisatie en zelfbeheer van de mensen die dat zelf willen in de vorm van een wooncoöperatie. Wanneer zij dat met zorg uitwerkt kunnen wij de collectieve waarde van ons woonstelsel behouden, maar dan wel met een gelijkwaardige plaats voor de wooncoöperatie naast die van de woningcorporatie. Het Regeerakkoord en de kennismaking met de open mind bij deze nieuwe minister van Wonen vormen voor mij een mooie afsluiting van het jaar. Maar veel belangrijker is dat het in 2018 perspectief biedt aan de talrijke initiatieven van bewoners. Ik zou zeggen: laat het tweede congres over Wooncoöperaties dat door het Platform 31 in mei 2018 zal worden georganiseerd, de (door)start worden van een veelvoud van bewoners/huurders initiatieven voor wooncoöperaties overal in ons land. Het echte werk kan nu beginnen. Voor allen die dat willen zou ik zeggen: Op naar zelfbeschikking, zelforganisatie en zelfbeheer in ons wonen.
Voor meer informatie over de Wooncoöperatie kunt u kijken op mijn website, onder thema wonen: de wooncoöperatie.
Daarnaast is er een uitgebreide site over de wooncoöperatie bij het Platform 31 . Tenslotte is er het kennisnetwerk van wooncoöperaties COOP-link waar bewonersorganisaties informatie verstrekken over hun initiatieven.