Een open brief aan de Haagse Gemeenteraad over het Spuiplein

Het Spuiplein in afwachting van haar inrichting, open of gefixeerd in gebruik?

Den Haag, 18 augustus 2021,

Geachte leden van de Gemeenteraad,

De keuze van onze gemeenteraad om rond het Spuiplein, op de locatie waar zand en veen elkaar ontmoeten, zowel culturele functies als het stadhuis-bibliotheek, te concentreren was een principiële keuze om daar in onze stad een unieke plek van samenkomst te maken. Hier zouden de burgers, vanuit alle rangen, standen en achtergronden, elkaar op een volstrekt natuurlijke manier kunnen ontmoeten.

Even terug in de tijd. In de tachtiger jaren kozen onze voorgangers in de gemeenteraad voor de stedenbouwkundige visie van de architect Carel Weeber. Daarin stond een open Spuiplein centraal. De invulling ervan begon als een exclusieve vestigingsplaats voor het Residentie Orkest en het Nederlands Danstheater (RO/NDT). Met de komst van het Theatercentrum (Margetheater) en het Filmhuis groeide het idee van een cultuurplein. Het effende ook de weg naar de vestiging van het Stadhuis, de Centrale Openbare Bibliotheek en het Gemeente Archief. Met Amare ontstaat er een verdere verbreding. Nu komt er, door een superieure interventie van ons stadsbestuur, een cultuurpaleis met een veelvoud aan zalen voor muziek en dans. Het Residentie Orkest, het NDT en het Koninklijk Conservatorium vormen weliswaar het middelpunt, maar er zal veel meer zijn dan dat. Vanaf dit najaar zullen hier maar liefst 6500 bezoekers per dag (!) kunnen genieten van de avonturen die de kunsten ons bieden. De andere publieke functies rond het Spuiplein zullen daar bovenop nog eens een veelvoud aan bezoekers en activiteiten genereren.

Het Spuiplein zelf zal het hart vormen. Dat plein open van karakter, zou telkens van kleur veranderen door een oneindige trits van activiteiten, voortkomend uit de energie van de stad zelf. Dat Spuiplein zou daarmee qua functionaliteit te vergelijken zijn met het atrium in het Haagse stadhuis. Laten wij daarom kijken naar het atrium van het stadhuis. Dat binnenplein in ons centrum is in zichzelf al van een grote schoonheid. Maar de echte schoonheid zien wij als het zich opent door een veelsoortigheid aan activiteiten. Hierdoor komt het atrium werkelijk tot leven. Hier is de zetel van ons stadsbestuur, de plaats waar burgers toegang hebben tot de dienstverlening van hun gemeente, en het is de plek waar burgers kunnen trouwen, aangifte doen van de geboorte van hun kinderen of het overlijden van hun naasten. Hier komen levenslijnen samen.

In de avond en het weekend verandert alles en zien wij een rijkdom aan activiteiten. Maar nu is het een plek waar Hagenaars en Hagenezen elkaar ontmoeten. Het was juist deze functie die in 1989 doorslaggevend was bij de keuze voor dit nieuwe stadhuis. In dit ontwerp kon de stad haar huiskamer krijgen. En het werkt! In de afgelopen 25 jaar is het Atrium van ons Haagse stadhuis een ontmoetingscentrum voor een veelvoud van culturele, educatieve, maatschappelijke en commerciële evenementen met een keur van manifestaties en tentoonstellingen. Het hoogtepunt is de jaarlijkse kerst-sing-along met maar liefst 1100 deelnemers. Deze is juist zo spectaculair, omdat het geen andere pretentie heeft dan samen zingen en juist daarvan met elkaar te genieten.

Zoals het atrium hét binnenplein is, kan het Spuiplein hét buitenplein worden van ons centrum. Ook dit kan een plek van samenkomst zijn in tal van verschijningsvormen. Maar dat zal het alleen kunnen zijn, wanneer de inrichting van het Spuiplein dat ook toestaat. Ja, net zoals het atrium van het stadhuis de stad en haar burgers expliciet uitnodigt de plek in gebruik te nemen. Biedt het Spuiplein die potentie?

Naar mijn mening zal het voorliggende inrichtingsplan deze pretentie niet kunnen waarmaken. Waarom niet? Omdat het nieuwe Spuiplein vooral uitnodigt tot ‘flaneren, zitten en kijken’, en dat vooral van de bezoekers van aanliggende instellingen. Hoe kan dat?  Ik verbaas mij er over. Het lijkt wel of is nagelaten een program van eisen te schrijven op het niveau van de stad. Waarom is de uitdaging uit de weg gegaan om te denken in verschillende ontwerpvisies, zoals dat voor het Stadhuis en het Cultuurpaleis wel is gebeurd?  Nu is het vooral een proces van goede bedoelingen, waarin – met een overmaat van klankbordgroepen en overlegbijeenkomsten al polderend een synthese is gezocht tussen een veelvoud van opvattingen en deelbelangen. De vormgeving heeft daardoor het karakter van een buurtplein. Dit Spuiplein is historisch gesproken de kans om de zo hardnekkige tweedeling tussen Hagenaars en Hagenezen in onze stad te verzachten. Het zou daarmee in potentie de meest democratische plaats van samenkomst kunnen worden voor zowel ’s-Gravenhage als Den Haag.

Dat zal het nu niet worden. Kijk alleen al naar de materialisering van het voorliggende ontwerp. Het Spuiplein is statisch. De bloembakken met de betonnen randen zijn intolerant en laten geen enkele andere functies toe dan het genoemde ‘flaneren, zitten en kijken’. Waar het plein wel open is, is het een restruimte die vanaf het Spui zelf niet zichtbaar is. Natuurlijk op de presentatietekeningen oogt het ontwerp – in de bloei van de verbeelding naar de gedroomde toekomst – zacht en vriendelijk. In de harde werkelijkheid is het stug, sterk afhankelijk van de seizoenen en intensief onderhoud. Het Spuiplein zal nooit zo glorieus ogen als is gepresenteerd. In het klein zie ik hetzelfde met het Wagenplein en de aangrenzende rechterzijde van de Stationsweg. Daar zijn cirkelvormige bloembakken geplaatst en dat is een regelrechte mislukking. Wat voorheen een serene open ruimte was met mooie bomen waar altijd gespeeld kon worden dan wel plaats was voor culturele activiteiten, is deze plek nu van niemand meer. Zelfs niet van de beheerders die er overigens nauwelijks verschijnen.

Hoe dan wel? Laat ik maar dicht bij huis blijven. Laten wij voor het Spuiplein teruggaan naar de basisgedachte van De Kern Gezond. Kijk naar het Plein en de Plaats. Daar staat de openheid van de plek centraal. De terrassen worden gecombineerd met majestueuze bomen. Deze openheid laat toe dat er telkens weer andere activiteiten mogelijk zijn. Anders gezegd, maak een vergelijkbaar bescheiden inrichtingsplan met bomen dat in zichzelf een schoonheid uitstraalt en welke – net als het Atrium – open van karakter is, waardoor de bewoners  en haar organisaties met een veelvoud van activiteiten de kans krijgen om er te zijn.

Oh, Oh, Den Haag, mooie stad achter de duinen. De Schilderswijk, de Lange Poten en Het Plein’.  

Het is natuurlijk aan u om te beslissen. Maar ik zou het waarderen wanneer ons Spuiplein in de toekomst een plek zal zijn waar Hagenaren en Hagenezen van allerlei pluimage zich thuis voelen en zich laten verrassen met kleine en grote gebeurtenissen.

Tot slot, ik hoop op een vrije keus binnen uw gemeenteraad.

Met collegiale groet,

Adri Duivesteijn, Oud-Gemeenteraadslid van ons mooie Den Haag

16 december 2018 – Kerst Sing Alone in het Atrium



De kern Gezond over het Spuiplein: ‘Gezien de vele richtingen die op het plein een rol spelen en hoogte van de bebouwing van de omringende bebouwing is gekozen voor een leeg plein waarop één belangrijk object is gesitueerd’ – Juni 1988

Bruisend Plein, That’s the Question!

Share and Enjoy !

Shares

1 gedachte op “Een open brief aan de Haagse Gemeenteraad over het Spuiplein

  1. Anjo Clement

    Ik heb tijdens mijn ambtenaarschap in Den Haag dankzij Adrie de stad met een verpauperd (centrum) zien veranderen in een economische motor. Ik sprak laatst met een van mijn voormalige wethouders.
    Wij waren van mening, dat Adrie de titel van Ereburger verdient.

    Anjo Clement

Reacties zijn gesloten.