Opinie: Een kritische reflectie op de PvdA naar aanleiding van het aftreden van Lodewijk Asscher als kandidaat-lijsttrekker

Met ‘Opstaan in het Lloyd Hotel’ ging Lodewijk Asscher ons voor.

Met verbijstering zag ik binnen de Partij van de Arbeid de discussie over het debacle rondom de kindertoeslagen zich versmallen tot de vraag of de politiek leider wel of niet consequenties zou moeten trekken uit de conclusie van het rapport Ongekend Onrecht van de parlementaire commissie Van Dam.  Alsof Asscher zitting heeft in het Kabinet-Rutte III van de VVD, CDA, D’66 en CU dat alweer zo’n vier jaar aan het bewind is. Het kabinet dat al een paar jaar wordt achtervolgd door Pieter Klein van het RTLNieuws en de Tweede Kamerleden Pieter Omzigt (CDA) en Renkse Leijten (SP) over de misstanden bij de uitvoering van de Wet Kinderopvangtoeslag. Zij hebben in alle toonaarden opheldering geëist over de gedragingen van de Belastingdienst jegens de ouders die een toeslag hebben gekregen. Het is ook dat Kabinet dat deze Tweede Kamerleden – en daarmee ons Parlement – onjuist heeft voorgelicht en stelselmatig signalen negeerde dat er zich een ramp aan het voltrekken is bij de ontvangers van kindertoeslag. Ja, het kabinet dat de problemen zozeer liet oplopen dat de Tweede Kamer naar het enquêterecht moest grijpen om de waarheid boven tafel te krijgen. En zelfs nadat het Rapport van de Commissie Van Dam was verschenen, moest de Kamer vaststellen dat er nog steeds essentiële informatie was achtergehouden. Vier volle jaren treurnis die pas kon worden ‘afgesloten’ nadat het vlijmscherpe rapport van de parlementaire commissie is uitgekomen.

En ja, de voormalige minister van Sociale Zaken heeft in de jaren dat hij verantwoordelijk was signalen van slachtoffers niet op juiste waarde beoordeeld. Hij vertrouwde, ten onrechte naar nu is gebleken, op de zorgvuldigheid van de Belastingdienst. Daar is immers de uitvoering van alle toeslagen ondergebracht. Losgekoppeld van de beleidsdepartementen die over de inhoud gaan. Dat was een beoordelingsfout die terecht werd gesignaleerd door de Kamercommissie. Een fout waarvoor de oud-minister van Sociale Zaken publiekelijk zijn excuses voor heeft aangeboden. En zo hoort het ook. Fouten worden gemaakt door mensen, ook als zij minister zijn. Maar met alle waardering voor diegenen binnen de Partij van de Arbeid die hun handtekening hebben gezet onder een motie van wantrouwen jegens hun politiek leider, stel ik de vraag wie van hen zich heeft verzet tegen het regeerakkoord met de VVD dat Diederik Samsom en Jeroen Dijsselbloem namens de fractie van de PvdA heeft uit onderhandeld? Ik zie nog het congres, dat zich – slechts – verzette tegen de criminalisering van de asielzoekers maar op andere terreinen niet of nauwelijks weerwerk gaven. Een immense bezuinigingsoperatie die tal van sociaaldemocratische verworvenheden in één klap ongedaan maakte was haar inhoud. Maar in mijn oren zit nog het applaus toen de regeringsdeelname een feit was en de kandidaten van de Partij van de Arbeid op het podium verschenen. Jazeker, met het Van Waarde project in de achterzak heeft de PvdA op dat moment als collectief haar sociaaldemocratische waarden verloochend.

Thuis in gesprek met de vice-premier Asscher over de de Vrije Artsenkeuze.

Toen ik namens de Partij van de Arbeid in de Eerste Kamer plaats nam, nam ik keer op keer met verbijstering kennis van de ingrijpende aantasting van onze verzorgingsstaat. Het is bekend, dat ik als Eerste Kamerlid nog een paar keer gepoogd heb een kentering tot stand te brengen. Hoon was toen mijn deel van de toenmalige Tweede Kamerfractie en in het bijzonder van haar fractievoorzitter. Het was geen fijne periode in mijn politieke loopbaan. Sterker ook, het heeft mij beschadigd omdat ook de Eerste Kamerfractie niet alles kon terugdraaien. En ik wil duidelijk zijn, je kan niet in de politiek zitten en geen vuile handen maken. In een coalitieland, maar ook in je eigen partij, moet je vaak inschikken. Samen sterk gaat dan voor. Je kunt niet alles naar je hand zetten. En dus kom je allemaal wel een keer, om met Jean-Paul Sartre te spreken ‘tussen de raderen’. De kernvraag is daarin, of je in het politieke strijdperk je integriteit overeind weet te houden. Maar zelfs dan zijn wij ultiem als PvdA collectief verantwoordelijk, omdat wij – willens en wetens – hebben gekozen voor deelname aan het kabinet Rutte II, omdat wij trouw een regeerakkoord hebben uitgevoerd dat op essentiële onderdelen haaks stond op onze sociaaldemocratische waarden. Terugkijkend naar de jaren van Rutte II hebben wij allen schuld, wij zijn collectief verantwoordelijk en terecht hebben de kiezers ons daarvoor vernietigend afgestraft. Negen zetels, wie had dat kunnen denken. De grootste sociaaldemocratische partij moest zich weer van onderop uitvinden en opbouwen.

In de politiek is het vallen, maar je kan ook weer opstaan. En onder leiding van Lodewijk Asscher hebben wij met elkaar teruggekeken naar hoe en waarom het zo mis kon gaan. In deze zoektocht ging het niet om een versimpeling naar één of meerdere personen binnen de fractie of de partij. Nee, het ging om de herontdekking van onze ideologische beginselen. Hoe was het zover gekomen, dat wij onze sociaaldemocratische waarden uit het oog waren verloren? Waarom wilden wij per se weer in het centrum komen van de uitvoerende macht? En waarvoor applaudisseerden wij eigenlijk met zijn allen? Met ‘Opstaan in het Lloyd Hotel’ ging Lodewijk Asscher ons voor. In een zeer persoonlijke en openhartig zoektocht openbaarde hij zijn ervaringen, zijn fouten, maar vooral ook zijn drijfveren en zijn idealen. Hij ging ons voor in de wederopstanding van het ideologisch gedachtegoed van de PvdA. Ik heb het zelden een partijleider zo openbaar zien doen. Ook de fractie heeft zich moeten terugvechten. Maar heel gestaag hebben wij in de afgelopen jaren onze geloofwaardigheid weer teruggevonden. Stap voor stap heb ik het gevoel gekregen dat de PvdA, onder leiding van Lodewijk Asscher, weer grip heeft gekregen op onze sociaaldemocratische waarden. Wij konden onze kiezers weer open in het gezicht aankijken.

En toen kwam het rapport over de kindertoeslagen. Ja, onvermijdelijk gaat dat ook over Kabinet-Rutte II waarin de PvdA medeverantwoordelijkheid heeft gedragen. Hoe kan het anders? Maar dat was van 5 november 2012 tot en met 26 oktober 2017. Wij spreken over vier jaar terug. Wij leven nu in 2021. Dat waren de jaren 2017 tot en met 2020, waarin het zittende kabinet – ondanks alle inspanningen binnen de Kamer – de misstanden rond de kindertoeslagen volstrekt negeerde. En dan nu lijkt het, volgens collega partijgenoten, die een motie van wantrouwen indienden, om de geloofwaardigheid van hun politieke leider te gaan. Het is niet mijn gewoonte, maar nu toch maar een keer: Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? (Matteüs 7:3-5). De PvdA is collectief verantwoordelijk. Iedereen. Niemand binnen de PvdA kan zijn handen in onschuld wassen. En zo’n motie van wantrouwen zou nog houtsnijden als wij niet zouden hebben gedaan aan zelfonderzoek. Als wij niet de weg terug zouden hebben gevonden naar onze sociaaldemocratische waarden. Ze mogen ons verwijten dat wij fouten hebben gemaakt, maar wij hebben geleerd. En dat lieten wij zien in ons stemgedrag van de laatste vier jaar. De partij heeft zichzelf weer teruggevonden. En in onze nieuwe gedragingen spreekt weer het hart van de sociaaldemocratie. Kortom er staat weer ‘een PvdA die met trots haar ideologische veren gebruikt om mensen te laten vliegen’.

Voor mij heeft de PvdA in de afgelopen jaren de weg terug ingeslagen naar een waardige sociaaldemocratische partij. En dus past het ons niet om, dat wij collectief verkeerd hebben gedaan, terug te brengen tot één enkele persoon. Ik voel mij niet thuis in de wereld van ‘barbertje moet hangen’. Ik zet mij liever in om te doorgronden hoe wij inhoud kunnen geven aan het herstel van onze verzorgingsstaat, waarin mensen met lage inkomens niet ondergeschikt zijn gemaakt van een systeem waarin al onze publieke voorzieningen ‘marktconform’ moeten zijn en zij afhankelijk zijn van een oneerbaar stelsel van zorg-, huur- en kindertoeslagen. Het is dit door rechts ingevoerde stelsel, dat mensen hun zelfstandigheid en daarmee hun waardigheid heeft ontnomen. Ik noemde dat, toen ik lid was van de Tweede Kamer, een ‘charitas met het geld van de gemeenschap’. Een stelsel van toeslagen dat bij iedere kabinetsperiode, afhankelijk van de politieke kleur, opnieuw wordt ingevuld. Hoezo rechtszekerheid? Dat moet veranderen. Daar moet onze inzet de komende regeerperiode op gericht zijn!

Mensen hebben recht op een zelfstandig leven. Daar gaat het om en daar moet de PvdA aan werken om dat mogelijk te maken. Dat zijn onze plannen, die onder Lodewijk Asscher weer op onze tafel zijn gekomen. Die leden die de leider, welke van zijn fouten heeft geleerd, wilden wegsturen zijn blind voor het feit dat wij de koers allang weer hebben teruggevonden. Helaas kunnen wij dat niet meer doen onder leiding van die ene man die – net als wij allemaal – niet onfeilbaar is, maar wel integer is en een groot sociaaldemocratisch hart heeft!

Adri Duivesteijn

Den Haag, 14 januari 2021

Share and Enjoy !

Shares

12 gedachten over “Opinie: Een kritische reflectie op de PvdA naar aanleiding van het aftreden van Lodewijk Asscher als kandidaat-lijsttrekker

  1. Aalt Maaswinkel

    Adri, met je algemene analyse ben ik het wel eens. Ook ik heb mij verraden gevoeld toen Diederik Samson omdat hij vriendjes was geworden met Mark Rutte de PvdA heeft meegesleept in een regeerperiode waarin bijna alles waar de sociaal democratie voor staat werd verraden. Maar laten we eerlijk blijven, het is juist die periode waarin de sociale zekerheden werden gesloopt en daarmee de waardigheid van mensen. Het ambtelijk apparaat kreeg van de politiek de vrijbrief om op jacht te gaan naar misbruik. Marktconform werd toen ook door de PvdA bewindslieden omarmt en heeft dit land v.w.b. de verzorgingsstaat teruggezet naar een nivo wat ik in mijn leven nog niet had meegemaakt en ik kon mij al helemaal niet voorstellen dat dit gebeurde door een coalitie waar de PvdA deel van uitmaakte.
    Ik begrijp ook je zorgen want ik zie op dit moment niemand binnen de PvdA die in staat is om de weg terug naar de waarden waar we voor staan op een aansprekende wijze uit te dragen en ervoor te zorgen dat wij in staat zijn om voor een kentering te zorgen, zeker in deze tijd waarin het populisme de boventoon gaat voeren met alle gevaren vandien.
    Het tekent de integriteit van Asscher dat hij deze stap gezet heeft maar ik wordt er niet blij en zeker niet hoopvol van.
    Groeten, Aalt

  2. Thea van der Veen

    Goed verwoord Adrie!
    We hebben met ons allen boter op ons hoofd als het gaat om het kwijtraken van onze ideologische veren.
    En zoals je zegt onder leiding van Lodewijk waren wij als PvdA op de weg terug naar het hervinden van onze sociaaldemocratische waarden.

    Het is een te respecteren keus van Lodewijk voor dit moment en deze situatie
    Ik ga er vanuit dat hij, gezien zijn waarden voor onze partij, tzt weer terugkomt op enige plek.

    Groet,
    Thea van der Vee,
    Fractievoorzitter PvdA Midden-Groningen

  3. Wouter de Iongh

    Van mij had Lodewijk niet hoeven aftreden. Ik had liever gezien dat hij niet aftrad. De manier waarop hij is afgetreden, bevalt me nog minder. Om drie redenen.

    Ten eerste suggereert hij in zijn afscheidsvideo dat hij niet aftreedt omdat hij denkt dat hij verantwoordelijkheid moet nemen, maar omdat er te veel rumoer is ontstaan. Daarmee lijkt hij naar de discussie onder te leden te verwijzen en zeker omdat hij in de video de verbinding maakt met aanvallen op de democratie, is het nogal een aantijging. Deze is een echo van de aantijgingen die we hoorden na de verkiezingsnederlaag in 2017, waarbij de zelfhaat van de leden, het gebrek aan coöperatie en verraad uit eigen gelederen belangrijker werd gevonden dan jarenlang slecht beleid, een arrogante opstelling van leiders in de partij, en een beroerde campagne. De kritiek op partijleden is ongetwijfeld soms terecht op individueel niveau, en de motie om hem af te zetten en het publieke optreden van sommige partijgenoten verdienen niet de schoonheidsprijs. Maar Lodewijk en het Bestuur hebben vier jaar de tijd gehad om ervoor te zorgen dat de binding tussen de professionele partij, partijtop en de leden (laat staan de kiezers) weer beter zou worden en daar is weinig van terecht gekomen. De koers is linkser geworden maar de inclusiviteit niet en dat betekent dat de kritiek uit eigen gelederen nu op het slechtste moment komt, in plaats van het te te organiseren, kanaliseren en benutten voor het versterken van de boodschappen in een campagne.

    De tweede reden lijkt het gebrek aan perspectief te zijn. Waar in de post mortems na de vorige verkiezingen naast de vervelende leden, ook de nadruk werd gelegd op de lijsttrekkersverkiezing die een slecht beeld van de partij zou geven, werd vergeten dat de partij voordien ook al rond de 10 zetels in de peilingen bivakkeerde. Dat is nu weer zo en er is weinig reden te vermoeden dat dit radicaal zal veranderen in de komende zes weken. Met een goede koers en een begenadigd politicus, leek de partij niet uit het dal te komen en nu terugtreden bespaart Lodewijk een tweede dramatische verkiezingsuitslag. Zijn toch wat aanmatigende toon in zijn afscheidsvideo, doet vermoeden dat hij niet geheel in het reine is met de situatie en dit zou daar een verklaring voor kunnen zijn.

    Dan het moment. Het is nu erg moeilijk om een nieuw gezicht de kans te geven, zo vlak voor de verkiezingen. De druk om een stemmentrekker te kiezen – uit de fractie die Rutte III het hand boven het hoofd hield, een burgemeester die de rechtervleugel van de partij vertegenwoordigt of een Brusselse technocraat – in plaats van een serieuze generatie – en koerswijziging door te voeren zoals we dat helaas vier jaar geleden niet hebben gedaan, is enorm. Dat we dat niet hebben gedaan is overigens ons aller schuld (vernieuwingsbewegingen waar ik ook deel van uitmaakten zijn ook laf en ineffectief geweest) en ik wil benadrukken dat de schuldvraag hier niet zo van belang is. Het gaat met name om het erkennen dat wat de partij de afgelopen 10-15 jaar heeft gedaan, niet (meer) werkt en we dus iets nieuws moeten proberen. Een nieuwe linksere koers is daarbij een ding maar een nieuwe stijl, organisatie en nieuwe mensen zijn ook nodig.

    Daarom zou ik pleiten voor iemand als Barbara Kathmann – die ik niet persoonlijk ken maar van een afstand indrukwekkend vind – om het stokje over te nemen. Ze heeft bewezen sterk campagne te voeren, combineert geloofwaardigheid bij een brede achterban met een goed politiek instinct en beleidsmatige intelligentie, en is niet gebonden aan de gefaalde generatie die tot nu toe de scepter zwaaide in de partij.

  4. Hans Muis

    Ik ben het helemaal eens met AdriDuivesteijn. Wat een prachtig en leerzaam artikel. Als trouw PvdA-kiezer alle reden om de partij trouw te blijven. Mijn hartelijke en warme dank en waardering.

  5. Jan Verkaik

    Een mooi betoog voor de man die zich heeft ingezet voor de belangen van de zwakkeren onder ons.
    Ik ben het er helemaal mee eens. Vandaag opnieuw overtuigd ingeschreven als lid van de PvdA.

  6. Henk Rous

    Mooi en sterk verhaal, helemaal mee eens dat huishoudens afhankelijk zijn van toeslagen. Vanwege Dhr. Asscher ben Ik lid geworden van de P.v.d.A. ben zeer teleurgesteld met zijn terug treden maar wel begrijpelijk. Jammer dat het zo moest verlopen voor hem.

  7. Paul Kok

    Beste mijnheer Duijvestein, ik ben geen lid van de Partij van de Arbeid. Ik heb wel vanaf dat ik mag stemmen (1973) tot en met de verkiezingen van 2012 voor de tweede kamer op de PvdA gestemd. Zoals mijn vader en zijn vader (beide fabrieksarbeider) dat altijd voor mij hebben gedaan. Omdat de sociaal democratie van de PvdA (daarvoor sdap) voor hen altijd een vluchtheuvel was juist in moeilijke tijden.
    Tot mijn verbijstering zijn in dat kabinet Rutte 2, zoals u zelf ook aangeeft in uw stuk, de waarden van de sociaal democratie op flagrante wijze met voeten getreden. Ik ben werkzaam in het sociaal domein dus ik heb van dichtbij de stelsel wijzigingen zien gebeuren. Daarnaast: het opheffen van de sociale werkplaatsen het afschaffen van de stadsdelen, verdere ontmanteling van de woningbouwcorporaties: allemaal kroonjuwelen van de sociaal-democratie. En dan heb ik het nog niet eens over de fraudebestrijding bij het kinderopvangtoeslag en de bijstand. Geen wonder dat Rutte het een feest vond om met de PvdA te regeren!
    Wederom tot mijn verbijstering bleef Lodewijk Asscher de leider van de PvdA nadat de partij onder zijn leiding op eclatante wijze door de kiezer op haar verantwoordelijkheid was afgerekend.
    En ja Asscher was voor dat alles niet alleen verantwoordelijk. Het was het resultaat van een tendens die in de Pvda al door Kok was ingezet, door Bos geprofessionaliseerd en op voortouw van Samsom, van de Spek en Asscher geïmplementeerd in Rutte 2 door de bewindslieden van de Pvda. In zijn essentie had het iets van het inruilen van de kernwaarde “solidariteit” voor “eigen verantwoordelijkheid”. Je kunt het wellicht met enige overdrijving, ook een knieval van de sociaal-democratie voor het liberalisme noemen.

    U beschrijft een soort louteringsproces in de partij waar ik als niet lid niet veel van heb gemerkt. De straatvechtersmentaliteit die ook een beetje bij een leider van een sociaal-democratische partij hoort ontbrak geheel bij Asscher en zag ik meer bij andere parlementsleden.
    Maar Ik geloof wel dat Lodewijk Asscher integer en eerlijk is. Maar daarmee kan de schade die veroorzaakt is door Rutte 2 niet worden hersteld. Ik voelde enige opluchting toen ik hoorde dat hij terugtreedt: stemmen op de pvda kan weer! Mits niet 1 van de oud bewindslieden van Rutte 2 het stokje van hem overneemt maar een frisse jonge nieuwe leider opstaat! En als ik nog een wens daarover mag uitspreken: liefst een vrouw, een recente arrestatie bij een betoging voor 1 of andere goede zaak strekt tot de aanbeveling

    Paul Kok (geen familie)

  8. Jan van Kranenburg

    Heel mooi stuk, Adri.
    Jammer dat je niet zoiets wat eerder hebt geplaatst. Wellicht dat er dan geen anti Asscher moties waren ingediend………..of Asscher had vanuit de Partij veel meer steun ontvangen.
    Persoonlijk vind ik dat Asscher best fout bezig is geweest. Wie niet overigens? En hij daarvoor best wat kritiek verdiende. Lodewijk heeft voldoende uitleg gegeven en fouten toegegeven; excuses gemaakt en het boetekleed aangetrokken. Wat kun je nog meer doen? Zag in hem nog steeds DE lijsttrekker in onze Partij.
    Diep treurig dat Lodewijk weg is.

Reacties zijn gesloten.