Hoe een karaktermoord op een gerespecteerd kamerlid in zijn werk gaat!

Khadija Arib in het Haagse Stadhuis

Er zijn twee mogelijkheden als er een klacht over een collega is of in dit geval een (ex-) Kamervoorzitter waarmee je functioneel samenwerkt. Je dient een klacht in bij je ambtelijke baas, in dit geval de griffier van de Tweede Kamer die ambtelijk verantwoordelijk is voor de organisatie. Het is zijn of haar verantwoordelijkheid om wat met de klacht te doen. Als je geen vertrouwen hebt in je eigen baas is er de weg naar een vertrouwenspersoon. Op deze manier hebben wij in ons land geborgd dat medewerkers zich op een goede manier beschermd weten.

In het geval van Khadija Arib gaat het niet over actuele gedragingen maar vermeende gedragingen in haar verleden als Kamervoorzitter. Het gegeven dat zij in juli jl. benoemd is tot voorzitter van een parlementaire onderzoekscommissie die het beleid rond de Corona gaat onderzoeken, heeft twee ambtelijke medewerkers ertoe gebracht om eind juli (!), met terugwerkende kracht, hun ervaringen op papier te zetten. Waarom dat anoniem gebeurd is, is mij een raadsel. Het kan zijn omdat zij bang zijn om met Arib opnieuw te moeten samenwerken in haar commissie. Echter de kans hierop is niet al te groot omdat uiteraard ook andere ambtelijke medewerkers kunnen worden ingezet, en ook voor dit soort commissies meestal externe onderzoekers worden binnengehaald.

Bij normale klachten in een ambtelijke organisatie is dus het aanspreekpunt het hoofd van dienst, in dit geval de griffier. De anonieme ambtelijke briefschrijvers hebben blijkbaar niet al te veel vertrouwen in hun eigen griffier. Hun brieven stuurden zij immers naar het presidium. Dat is nogal wat omdat daarmee de klachten direct op het zwaarste niveau terecht komen, namelijk die van de politiek. Het presidium is daarbinnen bepaald niet vrij van tegenstellingen en belangen binnen de gemeenschap van de Tweede Kamer.

Zo’n anonieme brief is, als deze uitlekt, vergelijkbaar met een explosief dat op ieder moment af kan gaan. Ik gebruik deze metafoor omdat, wanneer deze brieven bekend worden, de hele Nederlandse pers erop springt. Vanaf dat moment is alle rust in het gesprek verdwenen en is er al snel sprake van een publiek proces. Iedereen praat mee. Alle talkshows maken hun ruimte vrij en probeer dan nog maar eens, als beklaagde, overeind te blijven in de kakofonie van opvattingen. Het is niet te veel gevraagd om juist aan een huidige Kamervoorzitter te vragen rust in dit soort explosieve kwesties te brengen. Dat kan omdat in juridische zin de anonieme brieven geen deel uitmaken van een rechtsprocedure.

Gelukkig was er een reces. Er was dus tijd om met elkaar te overleggen. En zo had ik mij kunnen voorstellen dat in een open gesprek tussen de vroegere en de huidige Kamervoorzitter over de aanwezigheid van de anonieme brieven een gesprek zou hebben plaatsgevonden. Het had Khadija Arib de mogelijkheid gegeven haar positie nader te bepalen. Zo had zij er zelf voor kunnen kiezen mee te werken aan een onafhankelijk onderzoek. Maar evenzeer was er een mogelijkheid geweest om zich terug te trekken als voorzitter van de genoemde onderzoekscommissie. Welke keus ook, het had in ieder geval Khadija Arib in haar waarde gelaten.

Maar de Kamervoorzitter en het Presidium kozen daar niet voor. Zij hielden Khadija Arib onbekend van het bestaan van de twee anonieme brieven. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat zij zich vooral zorgen maken over hun eigen positie. Immers ook voor hen kunnen deze brieven explosief zijn. Als ze uitlekken en je hebt er niets mee gedaan dan ga jezelf ook onderuit. Dus hoe voorkomt het Presidium dat het terugslaat op het eigen functioneren? De escape daarvoor vonden zij in een klassieke bestuurlijke oplossing, namelijk, je vraagt een juridisch advies aan de landsadvocaat. Dat schept enerzijds ruimte maar het polariseert ook het conflict. Een advies vragen is echter niet vrijblijvend. De anonieme brieven waren al een feit, de adviesaanvraag geeft daaraan een extra vervolg en het op handen zijnde juridisch advies zal nauwelijks vrije beleidsruimte laten.  Anders gezegd het explosief neemt steeds grotere vormen aan en de bom zal onvermijdelijk barsten.  

Eén ding is zeker: de anonieme briefschrijvers weten wat zij in gang hebben gezet. Dit zijn zeker niet die kwetsbare ambtenaren die onderaan de maatschappelijke ladder staan. Ook weten zij als geen ander dat een anonieme brief aan het Presidium niet lang geheim zal blijven. Het is wat dat betreft een kwestie van afwachten wie het lef heeft om te gaan lekken.

Maar wie zegt dat het de politici zijn die lekken, waarom zouden het niet de briefschrijvers zelf zijn? Het kost binnen de Tweede Kamer – het is een kleine biotoop – niet veel moeite om een journalist, het liefst van een betrouwbare krant, een tip te geven. En ja hoor, het explosief gaat af midden in het gezicht van de aangeklaagde. Deze weet nog van niets en zal door de klap verdoofd zijn maar moet van onze pers wel direct adequaat reageren. Een leger van journalisten staat, na het eerste bericht, al voor haar deur, heel Nederland wordt nu deel van de geruchtenmachine. Kortom je bent letterlijk ‘voor de bus gegooid’. Het aangekondigde onderzoek schreeuwt het uit; ‘waar rook is, is vuur’, kortom, de veroordeling ligt al op de mat.

Ik kan niet anders dan constateren, dat nog los van de feitelijke inhoud, de anonieme briefschrijvers hun doel bereikt hebben. Khadija Arib zal nooit meer een commissie voorzitten, sterker nog, ze komen haar in ‘hun’ Tweede Kamer niet meer tegen. De huidige Kamervoorzitter is incompetent gebleken om bestuurlijk verstandig te handelen. Zij had moeten inzien dat de briefschrijvers in de kern te kwader trouw waren. Zij had tenminste Arib in de gelegenheid moeten stellen een eigen keuze te kunnen maken. Zij had haar eigen waarde in dit proces kunnen en moeten vormgeven. Het Presidium heeft blijkbaar niet eens een poging ondernomen om Arib te beschermen, dat had gekund door te eisen dat er een normaal overleg zou zijn geweest. Zelfs haar eigen partijgenoot, die in de Tweede Kamer naast haar zit, nam niet de moeite om haar in bescherming te nemen.

Hoe is het mogelijk? Khadija Arib was bijna 25 jaar lid van ons Parlement. Zij was een markant en prominent Kamervoorzitter van de Tweede Kamer. Zij had een brede waardering binnen alle groepen in onze samenleving. Ze is inderdaad ‘voor de bus gegooid’. De laffe anonieme briefschrijvers kunnen tevreden zijn. Ja, ik geloof vast dat er onderweg spaanders zijn gevallen. Maar deze straf had nooit mogen worden uitgedeeld.

En zo geschiedt in de politiek het kwaad.

Anonimiteit inzetten om iemand te diskwalificeren en te vernietigen. Ik voel slechts minachting. Ik zou zeggen het wordt tijd dat ook de briefschrijvers zich openbaren en hun consequenties trekken. En ja, dat geldt wat mij betreft ook de Kamervoorzitter, het gehele presidium en de zittende griffier.

Een grote schoonmaak zal het aanzien van de Kamer bepaald geen kwaad doen.

Adri Duivesteijn

Den Haag, 2 oktober 2022

Share and Enjoy !

Shares