Terugblik: Hoe in 2005 Ab Klink met zijn ideologische herijking van het CDA de basis legde voor de toeslagenmaatschappij

Het blijft fascinerend om het eigen archief op te ruimen. Het stelt je in de gelegenheid om weer even terug te kijken, in de ontwikkeling van de eigen ideeën wereld. Zo kwam ik een opmerkelijke opinie van mijzelf tegen over een onderwerp wat nu alom bekend staat als ‘de toeslagenaffaire’.

Het was eind 2005 toen ik een concept-opinie verhaal schreef voor Forum, de opiniepagina van de Volkskrant. Mijn verhaal was een reactie op een geplaatste opinie van de toenmalige directeur van het wetenschappelijk instituut van het CDA, Ab Klink. In zijn opinie ging hij in op het voornemen dat het CDA de macht wilde herverdelen. Centraal in zijn betoog staat de herdefiniëring van de rol van de overheid, de positionering van het middenveld en de burger die in de toekomst als koning klant door het leven kan gaan. Het is deze visie die uiteindelijk zou uitmonden in wat nu bekend staat als de toeslagenaffaire.

In mijn opinie analyseerde ik wat de effecten zouden zijn van de door het CDA bepleitte introductie van de toeslagenmaatschappij. Het is – zeker achteraf bezien – een verhelderend stuk dat ik wel degelijk had moeten publiceren. Waarom het niet zover is gekomen vindt waarschijnlijk zijn oorzaak in mijn overstap van de Tweede Kamer naar het wethouderschap in Almere. Tja, zo gaat dat.

Hoe het ook zij, ik publiceer het verhaal alsnog, niet om mijn gelijk te halen, maar omdat het een bijdrage zou kunnen zijn bij de werkzaamheden van de nog in te stellen parlementaire enquêtecommissie die onderzoek zal gaan doen naar de toeslagenaffaire. Een conclusie is voor mij wel duidelijk. Er is heel wat reparatiewerk nodig. Daarin is vooral de rol van de overheid en die van het middenveld aan een grondige revisie toe.

Hieronder volgt mijn oorspronkelijke opinie – beperkt redactioneel gecorrigeerd – uit 2005 voor de Forum pagina van de Volkskrant. Ik heb tevens een PDF opgenomen van de originele tekst.

1224 woorden

DE TOESLAGENMAATSCHAPPIJ, mooier wil het CDA het niet maken.

Het CDA bestaat 25 jaar en dat is in vele terugblikken herdacht. Interessanter is de vooruitblik, die Ab Klink, CDA-senator en directeur van het wetenschappelijk instituut, in deze krant schetst. In het artikel ‘Het CDA wil de macht herverdelen’ zegt hij ‘de ideologische kleurdie het CDA wil aannemen: verantwoordelijkheden spreiden, maar ook (de burger) toerusten’.[1] Klink citeert Habermas en meent dat ‘de systeemwereld de leefwereld (is) gaan verdringen’. Dat klinkt aardig: de professional moet minder last hebben van ‘de storende leemlaag van het management’ en de ‘mensen (moeten) de dienst uitmaken ‘. De manier waarop het CDA de macht wil herverdelen komt echter de burger niet of nauwelijks ten goede. Het CDA wil van Nederland een ’toeslagenmaatschappij ‘maken, waarin burgers meer dan ooit afhankelijk zijn van de overheid.

Het CDA is de grote motor achter de introductie van marktwerking in sectoren die traditioneel ‘not for profit’ waren als de zorg, de kinderopvang, de volkshuisvesting en het onderwijs. Dat leidt niet automatisch tot meer invloed van de burger. Deze nieuwe ondernemingen proberen door overnames en fusies niet alleen schaalvoordelen te bereiken, maar vooral hun markt zo goed mogelijk te beschermen. Grote anonieme bedrijven laten de traditionele maatschappelijke taken van ‘voorheen het 1niddenveld’ liggen en denken vooral vanuit bedrijfseconomisch perspectief en aan de ‘marktconforme ‘hoogte van de salarissen van het management. Het CDA is, in de woorden van Klink, niet blind voor deze neveneffecten:

‘Zorg- en onderwijsinstellingen opereren gaandeweg in een maatschappelijk vacuüm. Zij zijn ondernemend geworden, genereren soms eigen geldstromen, maar de verantwoording schiet te kort, omdat die alleen op Den Haag is gericht. Maar intussen is de kritische betrokken achterban verdwenen door schaalvergroting.’

Het CDA wil de macht ten gunste van de burger/consument herverdelen door middel van vraagsturing’. De vraag van de burger bepaalt het aanbod van de dienstverlenende instantie. De consument heeft optimale keuzevrijheid en de resulterende onderlinge concurrentie om de consument houdt de dienstenaanbieders scherper. Idealiter ontstaat er zo een zelfregulerende maatschappij en kan de overheid zich, als arbiter, op de achtergrond terugtrekken. Maar kan de burger, gereduceerd tot eenzame consument, de nieuwe commerciële conglomeraten die ‘voorheen het maatschappelijk middenveld’ vervangen hebben het hoofd bieden?

Volgens het CDA zal de burger hier uiteindelijk – toegerust door de overheid? – ‘zijn eigen verantwoordelijkheid nemen’ en via patiëntenorganisaties e.d. de macht van de zorgconsument tegenover de zorgverleners borgen. De overheid kijkt toe of dat proces netjes verloopt.

In de theoretische modellen van Bovenberg, Eijffinger en andere CDA-economen zal dat wellicht kunnen werken. Ik neem aan dat zij er in die modellen vanuit gaan dat er sprake is van een overvloedig en gevarieerd aanbod. In de echte wereld heerst echter schaarste. Of het nu om de zorg of om de volkshuisvesting gaat: het zijn verkopersmarkten, waar de consument al blij is als hij iets kan bemachtigen.

Wat ook niet, of vrijwel nooit, gebeurt is dat de afgedwongen marktwerking leidt tot lagere prijzen. Instellingen zijn gedwongen om minstens een ‘kostprijs plus’ te hanteren, bijvoorbeeld in de kinderopvang. In de huursector worden zelfs steeds vaker marktprijzen gehanteerd. Dat komt neer op ‘wat de gek er voor geeft’ en dat is veel in deze tijden van een schaars woningaanbod.

Het CDA heeft ook hier het antwoord op: vraagfinanciering! Mensen die een bepaalde vitale dienst niet 1anger kunnen betalen worden tegemoetgekomen door middel van een fiscale toeslag. Hoe ziet dat eruit in de praktijk?

Neem de kinderopvang. Het kabinet besloot de tarieven te koppelen aan de reële kosten en maakte een einde aan subsidieregelingen. Het gevolg was dat kinderopvang, juist voor de middengroepen, meer ging kosten dan één van de werkende ouders, meestal moeders, verdienden. Er ontstond een enorme vraaguitval. Kinderopvang werd weer een kwestie van vrij improviseren in de privésfeer, of de vrouw keerde terug naar het aanrecht. CDA opzet geslaagd? Nee men schrok er zelf van en verzon de Kinderopvangtoeslag.

De gezondheidszorg is natuurlijk helemaal een mooi voorbeeld. De beoogde marktwerking in de Zorgsector dwingt patiënten, op last van de zorgverzekeraar, om te zoeken naar scherp geprijsde hulp. Als die zorg (dichtbij) duurder is moet je zelf het verschil bijbetalen. Dit is niets anders dan een stijging van de ziektekosten, vermomd als een maatregel om patiënten te stimuleren om als kritische consumenten de aanbieders scherp te houden.

Nog afgezien van de geringe macht van patiënten, al dan niet verenigd in een collectief, is er bovendien alle reden om te veronderstellen dat patiënten en zorgverleners niet met elkaar in de slag gaan, maar één front zullen vormen en de overheid op ‘zijn verantwoordelijkheid’ aanspreekt. Denk aan de discussie over IVF, denk aan de steeds terugkerende discussie over medicijnverstrekking! Hoe reageert de regering hierop? Met de zorgtoeslag, een fiscale maatregel om de kosten van de zorg dragelijk te maken voor het leeuwendeel van de Nederlanders.

Ook het wonen komt onder het toeslagenregime. De huurmarkt wordt stapsgewijs ‘marktconform’ en dat is vrijwel altijd duurder. Het effect hiervan is dat er ieder jaar meer mensen hun hand moeten ophouden bij de overheid. ‘Krijg ik mijn toeslag wel? Kan ik hier blijven wonen, moet ik verhuizen?’

Studiekosten. De kosten van de leermiddelen stijgen. Scholen hebben geen boekenfondsen dus worden meer en meer mensen afhankelijk van alweer een toeslag. Dit keer op basis van de Wet Tegemoetkoming Studiekosten.

Zelfs de stijgende energieprijzen worden momenteel door een toeslag gecompenseerd.

De rol van de overheid is dus in de toeslagenmaatschappij van het CDA alles behalve uitgespeeld. Zij laat, aldus Klink, ‘mensen (niet) aan hun lot over’ en ‘kiepert niet allerlei ballast over de schutting naar de burgers’. Dat doet zij overigens wel, maar ze stelt voor ieder probleem dat zo ontstaat ter compensatie een ’toeslag’ in het vooruitzicht.

De CDA- hervormingen zorgen er op een perverse manier voor dat de politiek er inderdaad weer toe doet. Het merendeel van de burgers wordt voor zijn welzijn afhankelijk van de goedheid van de overheid. ‘Zullen mijn toeslagen wel op peil blijven?’ zal de leidende vraag in de meeste huishoudens worden. Ieder jaar zal er in de Tweede Kamer over hun welzijn worden gediscussieerd aan de hand van koopkrachtplaatjes. Caritas langs de lijn van de Staat.

Het neveneffect van deze hervormingen is dus dat steeds meer mensen ’toeslagafhankelijk’ worden. De vraag naar de betaalbaarheid van primaire voorzieningen kan daardoor een obsessie worden. ‘Welke zekerheid krijgen we het komende jaar?’

Stap voor stap wordt op deze manier het publieke domein overgeleverd aan de markt. De zorgzame overheid beperkt zich tot het uitdelen van fiscale toeslagen om de ergste sociale misstanden te verzachten. Het CDA hoopt en bidt ondertussen dat een nieuw middenveld, bestaande uit patiënten-, leerlingen-, ouder- en andere ‘consumenten’- collectieven, zal ontstaan om het geprivatiseerde middenveld scherp te houden.

De VVD kan heel goed leven met deze hervormingen omdat deze dienstbaar zijn aan hen primaire doelen: kleine overheid, meer markt. De teloorgang van het publieke domein is niet hun probleem, maar zou wel een probleem voor het CDA moeten zijn. Hopelijk komt het CDA er tijdig achter dat door hun maatregelen de systeemwereld juist de leefwereld volledig zal koloniseren, in plaats van andersom. In de toeslagen maatschappij zijn politiek en burger volledig overgeleverd aan de dynamiek van het, als ondersteunend bedoelde, systeemdenken van het voormalige middenveld.

Adri Duivesteijn – Tekst dateert van eind 2005


[1] Ab Klink, ‘CDA wil macht herverdelen’, Volkskrant Forum, Zaterdag, 08-10-2005

Share and Enjoy !

Shares