
Ruim zes maanden na de verkiezingen lijkt de formatie maar over één ding te gaan, namelijk: wie wil er met wie in zee?. Rutte en Hoekstra willen niet met twee linkse partijen in zee. D66 wil niet verder de ChristenUnie. En de PvdA en GroenLinks hebben een ‘samen uit, samen thuis’ opstelling gekozen. En zowaar, de afgelopen week kwam er een opening. Nee, niet van rechts, maar van links. De leiders van GroenLinks en de PvdA hadden een slim plan bedacht op het veto van Rutte en Hoekstra, namelijk 1 + 1 wordt 1. Samen in één enkele fractie met één links geluid. En weg was de grondslag van het bezwaar van VVD en CDA. En open is de weg naar regeren. Toch?
Ik heb niet vaak zo’n inhoudelijk lege en ondoordachte zet gezien op het schaakbord van een kabinetsformatie. Ik kon dan ook niet nalaten mijn commentaar in een tweet onder woorden te brengen, te weten:
‘VVD en CDA eisen blokvorming van TK- fracties @PvdA @GroenLinks in een nieuwe coalitie. En de fracties lijken daarin mee te gaan. Kortom het einde van de PvdA is ingezet. Weg geschiedenis, traditie en sociaal democratie. Politiek wordt gewoon links of rechts-liberalisme. Jammer!
En wat een respons. In korte tijd liep het aantal weergaven op tot boven de 89.000 met wel zo’n 3.800 interacties. Nu zie ik heel goed de betrekkelijkheid van de snel oplopende emoties via de snelweg op onze tegenwoordige sociale media. Maar een indicatie van de verbazing – zeker bij veel PvdA-kiezers! – laat het wel degelijk zien.
En die onrust is begrijpelijk. Want wat op het eerste gezicht zo slim lijkt, namelijk: we doen net alsof wij één fractie zijn, kan materieel grote gevolgen hebben voor links. Waar straks Rutte en Hoekstra elk afzonderlijk aan tafel zitten tegenover ‘GrootRood’, komt deze stap neer op een versterking van de positie van rechts. D66 krijgt een hoofdrol in het midden en wordt keer op keer gedwongen om ‘redelijk’ te zijn. Maar wat is redelijk bij een progressief-liberale partij, waar links wellicht radicaal wil zijn? Dat wordt voor hen dus telkens kiezen.
Waarom laat links zich op deze wijze in de onderhandelingen al marginaliseren? Het kan bijna niet anders worden uitgelegd, dan dat de drang van beide fractievoorzitters om te gaan regeren domineert. Voor hen, het lijkt wel nu of nooit, is de drang groot om hun partij een rol te geven in de uitvoerende landelijke politiek. Maar waar is de inhoud en tegen welke prijs? Politiek gaat niet alleen over macht maar vindt zijn kracht in de inhoud. Ik verbaas mij erover dat bijna zes maanden na de verkiezingen, de onderhandelaars – op ‘Omtzigt, functie elders’, en het ‘Voltooid leven’, na – hun inhoudelijke inzet nog steeds niet hebben prijsgegeven? Hoezo transparante politiek? Je hoeft niet terug te verlangen naar de tijden dat Jaap Burger informateur was, die gaf met zijn – grotendeels – openbare brieven het formatieproces wel een uitzonderlijke transparantie. In die tijd was politiek was niet slechts voorbehouden aan enkelen, maar iedere kiezer kon – al dan niet genietend – meekijken wat Den Haag met haar of zijn stem aan het bekokstoven was. Het was een openbaar schouwspel dat uitmondde in het eerste progressieve kabinet met Joop Den Uyl als premier. Vandaag is het alsof we weer zijn teruggekeerd naar de tradities die de formaties in de zestiger jaren kenmerken. Van rechts tot links is er nu een grote zwijgzaamheid, met telkens weer dezelfde lachende gezichten van de onderhandelaars op het Binnenhof vol met nietszeggende antwoorden. De kiezers, die staan in de wachtstand, net als de leden van de afzonderlijke partijen. Het Binnenhof, straalt op deze momenten met in het middelpunt het zichzelf gegeven mandaat, om vooral achter de schermen met het schaakspel bezig te zijn. Het is dus stilte alom over de inhoudelijke inzet van de partijen en een mogelijke coalitieprogramma. Maar nu is dan deze, geheel onverhoedse, strategische zet die de vorming inluidt tot één progressieve fractie van GroenLinks en PvdA.
Dus terug naar de opgeworpen blokkade van VVD en CDA. Voor mij kwam deze linkse samenzang als een konijn uit de hoge hoed. Door van tweeën één, te maken wordt de prijs van twee afzonderlijke partijen ingeleverd. In dit stadium een hele hoge en onverstandige prijs. Want, deze door rechts afgedwongen ‘linkse’ samenwerking, maakt dat wij bij een toetreding tot Rutte IV, ook onvoorwaardelijk als één fractie en dus als een politieke entiteit verder moeten! Dat is een knieval, die naar mijn idee volstrekt overbodig is. Immers het adagium ‘samen uit, samen thuis’ is genoeg om effectief een vuist te maken. En als de twee rechtse partijen niet met twee linkse partijen willen praten, dan staat het hun vrij om op bezoek gaan bij de PVV en FvD. Ik zou ze daarmee veel succes toewensen. Maar, nee hoor, blijkbaar is ook voor links politiek succes synoniem aan ‘deelnemen aan een kabinet’. De redenering lijkt ‘er is veertig miljard te verdelen en daar willen wij bij de verdeling ervan deel uitmaken’. Alsof de kern van de parlementaire democratie – met haar budgetrecht – niet het parlement zelf is. In onze democratie zit daar de macht waarmee zeker ook eclatante resultaten bereikt kunnen worden. Hoe dan? Kijk heel even mee naar de inzet van Pieter Omtzigt (voorheen CDA) en Renske Leijten (SP). Wat zij vanuit hun rol als parlementariërs hebben bereikt is fenomenaal. Zij lieten het ware parlementaire vakmanschap zien van de klassieke volksvertegenwoordiger. Even eerlijk, wie van de huidige 150 leden heeft een vergelijkbare staat van dienst, dan wel bezit de kracht, om op gelijke wijze woorden om te zetten in daden?
Politiek moet en kan in het Parlement zijn betekenis krijgen. In een grote mate van geestelijke vrijheid en los van belangenverstrengeling. Het ontbreken daarvan in de periode Rutte II, heeft de politieke positie van de PvdA dramatisch opgebroken. Het is de tijd dat de fractieleiding meende van bovenaf ieder detail aan haar kamerleden te kunnen voorschrijven. Hierdoor moesten veel van de door de PvdA gedane beloften aan de eigen kiezers wijken voor een hoger doel, waarbij sanering van de staatsschuld leidmotief was. Dat kwam de PvdA te staan op een genadeloze afstraffing: van 38 naar 9 zetels! Tot aan de dag van vandaag draagt de PvdA dit verlies aan kiezers met zich mee. Zelfs een, naar mijn mening, zeer overtuigend optredende Lodewijk Asscher kon bij een deel van de eigen partij deze erfenis niet ongedaan maken. En kijk nog even naar naar GroenLinks: een veelbelovende Jesse Klaver, in de oppositie, was zowel verantwoordelijk voor de grootste overwinning (2017: 14 zetels) als voor het grootste verlies (2021: 8 zetels). Nu zijn het twee politieke leiders van partijen die smachten naar regeringsdeelname in de hoop op eerherstel. Het zal ongetwijfeld allemaal goed bedoeld zijn, maar waar zijn zij mee bezig? Wat is nu eigenlijk hun inzet? Voorlopig zijn Rutte en Hoekstra de spelbepalers in de formatie. Voor hen geldt dat twee linkse partijen met een eigen partijpolitieke identiteit te veel is. De oplossing om dan maar van twee één te maken, getuigt van van naïviteit en is op termijn vooral desastreus voor de houdbaarheidsdatum van de PvdA. Sterker, op deze wijze wordt in stilte afscheid genomen van de PvdA als autonome sociaaldemocratische partij. ‘Laten wij ons verenigen. Samen staan wij sterk, want wij zijn toch allemaal links’ is het adagium. Maar zo is het niet. De traditie van de PvdA, is een fundamenteel andere dan die van GroenLinks. De PvdA is deel van een arbeidersstrijd die ruim 100 jaar beslaat. Haar ideologisch gedachtegoed raakt de verhouding van kapitaal en arbeid. En dat is bij uitstek een internationale strijd, die in het geheel nog niet is gestreden. Onze principiële gedachten over de inrichting van de Overheid en de Verzorgingsstaat zijn radicaler dan die van GroenLinks. Het zijn maar enkele van de sociaaldemocratische waarden, die via de PvdA – maar, eerlijk is eerlijk, zeker ook door de SP – binnen het Parlement zelf een eigen geluid en kleur krijgen en daarmee het debat verdiepen.
Natuurlijk heeft de PvdA veel gemeenschappelijk met GroenLinks. En zeker is het zo, dat GroenLinks het voortouw heeft genomen in het grote vraagstuk van het klimaat van onze aarde en hebben zij, meer dan de PvdA, het thema van de duurzaamheid inhoud en betekenis gegeven. Juist die verschillen maken dat wij elkaar aanvullen. Maar dan nog, zijn er tussen beide partijen grote cultuurverschillen. En beiden zijn ze de moeite waard. Vaak vullen zij elkaar aan, maar de twee zijn nadrukkelijk niet één partij met een gelijk gedachtengoed. Ja, ik was en ben voor linkse samenwerking. Als mede-initiatiefnemer in 2001 van Een Ander Nederland probeerde ik de PvdA, GroenLinks en de SP bijeen te brengen. De Fortuyn-revolutie veranderde in 2002 echter het politiek landschap. En wat mij betreft zoeken wij nu vooral op kernpunten de meerwaarde van de drie linkse partijen. Verder zou ik zeggen ‘schoenmaker blijf bij je leest’. Twee – liever drie – autonome linkse partijen, twee – liever drie – politieke identiteiten, twee liever drie – energiebronnen: in een goede dialoog zijn beiden – liever alle drie – sterker.
Tot slot, en dat is niet het het minste blijkbaar hebben de twee fractievoorzitters over het hoofd gezien, dat ons kiesstelsel is ingericht als een representatieve democratie met een lage kiesdrempel. Anders gezegd, de toegang tot een zetel in de Tweede Kamer is laag. Zie ook de recente verkiezingsuitslag. Ons kiesstelsel stimuleert helemaal geen blokvorming, niet van rechts of links. Het is een rudiment uit de tijd dat elke christelijke partij de ‘soevereiniteit in eigen kring’ opeiste en dus ook recht kreeg op hun vertegenwoordiging in het parlement. We zagen al een explosieve versplintering op rechts. Er is inmiddels een veelvoud aan ‘liberale’ smaken. Maar ook links is geërodeerd (om van het autonome verlies maar niet te spreken). Slechts de VVD heeft nu nog een forse uitgangspositie (2021: 34!) maar kent zo haar afsplitsingen die respectabele vormen aannemen, (2021: PVV 17 zetels). Enkel al deze afsplitsingen zijn in zetelaantal groter dan de twee linkse partijen tezamen. Zolang er geen kiesdrempel is zullen de eenlingen nieuwe partijen kunnen stichten en ook uitgroeien tot grote partijen. Het is niet moeilijk te voorspellen dat bij GroenLinks en de PvdA nieuwe kansrijke afsplitsingen zullen ontstaan als gevolg van het verlies aan eigen identiteit. Links onderschat de waarde – en dat is verbazend in deze tijd – van het behouden van de eigen politieke identiteit, en dus ook de schade bij het verlies ervan. Deze strategische zet in deze formatie zal – naar mijn gevoel – vooral de PvdA gaan opbreken. En dat alles om deel uit te maken van Rutte VI. PvdA en GroenLinks hadden een klip en klare streep getrokken. Die was en is helder. Samen Uit, Samen Thuis of anders doen wij niet mee. Het is een eenvoudige keuze. De achterliggende politieke vraag is natuurlijk of wij, op deze manier wel met de VVD en CDA willen samenwerken? Of dat zo langzamerhand nieuwe verkiezingen niet een betere optie zijn.
‘Politiek – dat is kwestie van willen, van iets willen. Sociaal democratische politiek is veranderingen willen, omdat veranderingen verbeteringen beloven, de fantasie en de daadkracht voeden, dromen en visioenen stimuleren’, aldus mijn grote inspirator de Zweedse sociaal democraat Olof Palme. Voor mij gaat politiek primair om de inhoud en de kansen die er zijn tot fundamentele veranderingen. Ik heb nog geen stuk gezien. Wat is die gezamenlijke inzet? Voorlopig staat vooral de VVD in de formatie op winst. Sinds Paars hebben zij hun organiserende principes van een neoliberale samenleving tot in de haarvaten van ons samenleven weten te verankeren. De toeslagen-maatschappij is daarvan misschien de meest schokkende en schrijnende illustratie. En dat is nog maar één illustratie van een steeds verdergaande repressieve overheid. En zolang dat nog het geval is vormt het gedachtegoed van de sociaaldemocratische beweging binnen de PvdA voor mij nog het beste uitgangspunt voor het bestrijden van de neoliberale inrichting van onze samenleving. En laat duidelijk, zijn daarin samen optrekken, een vuist maken in het parlement is ook voor mij een vanzelfsprekendheid. Samen sterk!
Adri Duivesteijn

Beste Adri,
Dank voor dit stuk.
Je geeft aan ‘Politiek moet en kan in het Parlement zijn betekenis krijgen.’ Vanzelfsprekend eens, maar ik denk dat de geschiedenis van de arbeidersbeweging bewijst dat het ook buitenparlementair moet gebeuren. En dat dat (naast de goede ideologische koers) ook de sleutel is voor het herstel van de sociaaldemocratie. Ik zie en merk van buitenparlementaire activiteiten, waarin de PvdA naast de mensen staat weinig.
Ik zie in de partij nogal wat fatalisme; mensen die het niet meer zien zitten omdat de ‘vette’ jaren voorbij zijn. Het is dan erg verleidelijk de makkelijke weg te kiezen: ‘als we de 8 zetels van GL erbij mogen tellen lijkt het nog wat’. Net als jij denk ik dat dit een doorlopende weg is. Naar mijn stellige overtuiging is met de juiste aanpak de sociaaldemocratie weer op te bouwen. Hierin zou nu de koers weer redelijk op orde is de wederopbouw van de beweging voorop moeten staan. Met de poten in de klei, de dorpen en de wijken.
Dat gaat iets vragen van de (kader)leden, maar als ik denk aan de tijd van Domela Nieuwenhuis en Troelstra, dan hebben die wel voor hetere vuren gestaan.