Aan de leden van de PvdA,
Het is alweer bijna twee jaar geleden, toen ik na de dramatische verkiezingsuitslag in maart 2015 mijn opinie schreef over ‘verkiezingsuitslag en wat ons te doen staat’. Deze titel ontleende ik aan de brief, die de voorzitter van de PvdA in reactie op de uitslag aan de leden had verzonden. Hij ging daarmee in op de verkiezingsnederlaag, de derde op rij (Europa, Provincie en Gemeenteraad) die voor de PvdA vernietigend was. Hoe kan het, vroeg ik mijzelf af, dat wij na drie dramatische nederlagen niet komen tot een vorm van zelfreflectie? Tenminste het instellen van een onafhankelijke commissie, die op zoek zou gaan naar de oorzaken en zou adviseren hoe de koers eventueel zou moeten worden bijgesteld. Dat was toch wel het minimum dat wij konden en moesten doen. Het partijbestuur, onze bewindspersonen, de partijleider en (de ruime meerderheid van) de fractie waren echter van mening dat een onderzoek nu niet het juiste antwoord zou zijn. Nee, wij moesten nu (toen in 2015) onze verantwoordelijkheid nemen en het land besturen. Dat het afgesloten regeerakkoord en de wijze waarop ons land (van bovenaf) werd bestuurd, mogelijk een oorzaak zou kunnen zijn van de vernietigende uitslagen, mocht blijkbaar geen onderwerp van onafhankelijk onderzoek worden. Helaas volgde de ledenraad de lijn van het partijtop. Geen tussentijds onderzoek, geen echte zelfreflectie. Nee, de strategie was duidelijk. Naar analogie van de methode van de oud-minister van financiën Zalm, was het bestuurscredo ‘eerst het zuur en dan het zoet’. Bij onze partijleider en zijn gevolg, was er het rotsvaste vertrouwen dat de kiezer uiteindelijk wel zou begrijpen waarom wij met de VVD dit regeerakkoord hadden afgesloten. Een overtuiging die men heeft volgehouden tot aan de publicatie van het verkiezingsprogramma en de verkiezing van de lijsttrekker. Eenieder die een andere kijk had op een mogelijke herhaling van de drie achtereenvolgende nederlagen had het echt niet goed begrepen. Of in de woorden van, Diederik Samsom; die hadden geen oog voor het ‘ontluikende optimisme in de samenleving’. En daarbij had onze voorhoede, zoals Jeroen Dijsselbloem het steevast uitdrukte, een rotsvast vertrouwen in de ‘PvdA als campagne-machine’. ‘Het zou echt goed komen’ was de boodschap. Onderzoek, zelfreflectie, het waren in hun ogen vooral uitdrukkingen van zwakte in plaats van kracht. En het zou ‘de missie’ die men zichzelf had opgelegd ondergraven en juist dat zou voor de partij een negatief effect gaan sorteren. Het eindresultaat is sinds woensdag 16 maart j.l. bekend. De PvdA heeft haar vierde verkiezingsnederlaag, sinds het afsluiten van een regeerakkoord met de VVD, op rij binnen en deze overtreft alle records. Niet eerder heeft een politieke partij in ons land in een keer zoveel zetels verloren.
Partijcultuur, tegenspraak en zelfreflectie
Er zijn vele oorzaken aan te wijzen voor deze nederlaag. Het is mij te eenvoudig om dat nu direct te koppelen aan een persoon of personen. Maar er is wel een (mede)oorzaak die ik wil benoemen en dat is de cultuur die de PvdA steeds meer is gaan kenmerken en dat is het vrijwel ontbreken van tegenspraak binnen onze fracties, en ja helaas ook van onze ledenraad. Wij zijn steeds meer een partij geworden waar de (fractie)leden de leider volgen. Het open debat is doodgeslagen. Sterker; wij zijn steeds angstiger geworden om een open debat aan te gaan over onze koers. Binnenkamers gonst het, al vanaf de samenwerking met de VVD, van de kritiek en onvrede maar de leider wordt er niet meer op aangesproken. Tegenspraak is er niet of nauwelijks meer! Door de jaren heen heb ik mij steeds meer verbaasd over dit steeds verder afnemen van de autonomie van de individuele fractieleden. Waar zij eigenlijk de denkkracht van de sociaal democratie zouden moeten voeden, de vertegenwoordigers van een veranderingsbeweging zijn, zien wij dat de meesten van onze gekozen vertegenwoordigers nauwelijks nog zichtbare en markante opinieleiders zijn. Nee, sterker nog, meer en meer is er binnen de PvdA een cultuur ontstaan alsof onze volksvertegenwoordigers ‘werknemers’ zijn in het bedrijf van de PvdA (keurig georganiseerd tot en met ‘functioneringsgesprekken’ en ‘verslagen’). Maar er is meer dan ‘besturen’, en het trouw ‘volgen van de agenda’ van de regering, Het gaat in het parlement ook en vooral om het zijn van volksvertegenwoordiger en dat begint binnen de partij en de fractie die men vertegenwoordigt. Met alle respect voor de goede intenties van de individuele personen, maar democratie begint bij de open dialoog, bij het hebben van samenspraak. Maar het komt niet tot samenspraak als er geen tegenspraak is dan wel indien men niet meer zijn of haar opvattingen ook echt uitspreekt. Goede leiders verdragen tegenspraak en worden daar zelfs sterker van. Het ontbreken van voldoende tegenspraak, van het echt zeggen wat je vindt, het opkomen voor je eigen inhoudelijke opvatting en het daarover met elkaar in debat gaan, is misschien wel de kern van het probleem van de PvdA.
Ik heb het een paar keer opgeschreven. En ik kan niet nalaten om verschillende van deze stukken weer even in het vizier te brengen. Niet om mijn gelijk te halen maar om te illustreren dat wij het steeds minder gewoon zijn gaan vinden om met elkaar het gesprek aan te gaan over de koers die onze leiders uitzetten. Wat heeft gemaakt dat onze partij en fracties zo volgend zijn geworden? Dat wij met elkaar zo volgend zijn?
- Het was op 14 juni 2014 dat ik aan de leden van de PvdA – op persoonlijke titel – een essay stuurde dat voortkwam uit de behoefte te doorgronden waarom de PvdA al weer geruime tijd ups-and-downs kende en zich maar niet herstelde. In het essay ‘PvdA staat met transactie-denken haar eigen waarden in de weg, Adri Duivesteijn PDF‘ wordt geanalyseerd wat de mogelijke oorzaken zouden kunnen zijn. Het was een uitnodiging tot een debat hierover.
- Na de dramatische verkiezingsuitslag van de gemeenteraad, waar wij o.a. na 100 jaar deelname in het College van B&W van Amsterdam werden weggevaagd, schreef ik op 30 maart 2015 mijn oproep: ‘De verkiezingsuitslag en wat ons te doen staat‘. Ik deed dit omdat het toch niet zo kon zijn dat de PvdA de ogen bleef sluiten voor de vervreemding die er inmiddels was ontstaan met haar eigen electoraat. Helaas het mocht niet tot enige vorm van zelfreflectie komen.
Kern van mijn gedachte nu, is dat wij bij alle stappen die de PvdA moet gaan zetten, wij ook bij ons zelf moeten afvragen hoe het komt dat wij de kracht van het open debat, van tegenspraak en zelfreflectie zijn kwijtgeraakt. Het is een vraag aan ieder van ons.
Hoe het ook zij. Na deze vernietigende uitslag, de vierde op rij, kan het niet meer zo zijn dat wij nog langer de ogen sluiten. De PvdA heeft haar plicht verzaakt. Zij was niet de vertegenwoordiger die zij tijdens de verkiezingen van 2012 vertelde dat zij zou zijn. Onze kiezers zijn diep teleurgesteld en ik begrijp dat maar al te goed. Er is maar één weg terug en dat is back to the roots van de sociaal democratie, afstand nemen van de invloed van het neo-liberale of progressief liberaal gedachtegoed binnen de PvdA en wegblijven van technocratische oplossingen (ruiltransacties als middel). Wij zijn primair volksvertegenwoordigers die er namens hun achterban zitten en dat ook beschouwen als hun centrum van de wereld. Het inbrengen van dat belang in de dynamiek van het parlement en in het beleid van de regering daar gaat het om. Een veranderingsbeweging als de PvdA, is inhoud geven aan een strijd die verder gaat dan het dagelijks bestuur (hoe verstrekkend dat ook kan zijn)!
Hoe nu verder?
De weg omhoog, veranderingsteam gewenst
De Tweede Kamerfractie moet vanaf nu haar eigen verkiezingsprogramma in haar handelen betekenis geven. Ik denk dat wij dat heel goed aan Lodewijk Asscher over kunnen laten.
Maar het echte herstel van de sociaal democratische beweging zal binnen de vereniging moeten gaan plaatsvinden.
Beter dan te praten over individuele personen (voorzitter wel of niet weg) is het gesprek op gang te brengen in de richting van hoe het herstel direct en positief kan worden opgepakt.
Hoe en wie?
De neergang van onze partij is inmiddels zo groot en het verlies zo dramatisch dat echte radicale stappen nodig zijn. Een veranderingsteam, een driemanschap of een kwartet, zou een eerste stap kunnen zijn naar herstel van onze vereniging en het sluiten van de rijen.
Zij zouden een inspirerende motor kunnen vormen die de partij weer van onderop betekenis kan gaan geven. Dit veranderingsteam zou de speciale opdracht moeten krijgen om de PvdA als sociaal democratische politieke vereniging op onorthodoxe wijze weer ideologische diepgang en dynamiek te geven, de banden aan te halen met de vele veranderings- en vernieuwingsbewegingen in onze samenleving en samen met andere linkse partijen te werken aan een progressief bondgenootschap.
De beste proeftuin voor een terugkeer van de PvdA in het centrum van de politiek is het lokale niveau. Daar, van onderop, moet de PvdA zich opnieuw gaan uitvinden. Hoe? Door ons te verbinden met, en herkenbaar van betekenis te zijn voor, onze achterban. Onze inzet? Een verbonden samenleving! Alleen daarin ligt de weg naar herstel van de sociaal democratie open.
Adri Duivesteijn – 17-03-2017