Als actievoerder in de Schilderswijk kwam ik in 1975 voor de PvdA in de gemeenteraad van Den Haag. Voor de PvdA zou ik, met een onderbreking als directeur van het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) te Rotterdam (1989-1994), actief zijn als raadslid, wethouder en loco-burgemeester in de Den Haag, lid van de Tweede Kamer, wethouder en loco-burgemeester in Almere en tenslotte lid van de Eerste Kamer. Op mijn website documenteer ik voor mij relevante momenten en ervaringen. En uiteraard is dit ook het platform voor mijn opvattingen over vandaag en morgen.
Filmmaker Marit Geluk reconstrueert het intuïtieve moment in 1984 waarop wethouder Adri Duivesteijn, besluit de aanpak van de stadsvernieuwing radicaal te wijzigen. Het zou de start worden van een collectieve zoektocht in de vorm van de campagne ‘Stadsvernieuwing als Kulturele Aktiviteit’.
Adri Duivesteijn, zelf opgegroeid in de Haagse Schilderswijk, maakt zich in de jaren zeventig als lid van de Jongeren Actiegroep Schilderswijk en als hoofdredacteur van de wijkkrant De Schilderswijker druk over de erbarmelijke woon- en leefsituatie in zijn wijk. Begin jaren tachtig werd hij als PvdA-wethouder zelf verantwoordelijk voor de aanpak van de stadsvernieuwing. Bouwen voor de Buurt en inspraak voor de bewoners staan vanaf dat moment centraal. Aanvankelijk was er enthousiasme over de nieuwbouw van de betaalbare woningen in de verschillende stadsvernieuwingsgebieden, maar dan bekruipt bij Duivesteijn een onbehaaglijk gevoel; is dit kwaliteit?
12 juni 1982 – Bouwen aan de BinnenstadIs dit kwaliteit?
Inspraak bleek, ondanks alle goede bedoelingen van bewonersvertegenwoordigers, een participatieproces te zijn waarvan de uitkomst van tevoren al vaststond. Steeds nadrukkelijker wordt duidelijk dat er sprake is van een voorgeprogrammeerde bouwmachine die in de praktijk in veel wijken en steden dezelfde bouwplannen opleverde. Vooral het verlies van de eigen identiteit van de karakteristieke oude wijken schrijnt.
Het onbehagen van Duivesteijn wordt het begin van een persoonlijke zoektocht naar de culturele dimensie van de stadsvernieuwing. Die zoektocht brengt Duivesteijn in 1984 naar Portugal, tien jaar na de Anjerrevolutie, waar hij de architect Álvaro Siza ontmoet. Siza stond bekend om het omstreden SAAL-project Bairro da Bouça in Porto dat hij in 1973 en 1977 in samenspraak met de bewoners had ontwikkeld. Ook had Siza het woonproject Bonjour Tristesse in Kreuzberg in Berlijn ontworpen, een woongebouw waar Turkse immigranten woonachtig waren. In de benadering van Siza zijn de bewoners de echte opdrachtgevers waarmee hij de dialoog zoekt. Zou dat ook in Den Haag kunnen?
Alvaro Siza en Adri Duivesteijn, 34 jaar later terug bij het SAAL-project in Porto
Adri Duivesteijn volgt zijn intuïtie en haalt Siza naar Den Haag in de hoop dat hij de architect is die de Haagse stadsvernieuwing, in een werkelijke dialoog met de zittende bewoners, kan aansluiten bij de leefpatronen van een veranderende bevolkingssamenstelling en haar een eigen identiteit kan geven. De film reconstrueert het intuïtieve moment waarop de stadsvernieuwing in Den Haag haar omslag kreeg en hoe het zijn invloed op de stad heeft verworven.
Marit Geluk, opgeleid tot architect is onafhankelijk filmmaker en maakt films over kunst, cultuur en over de gebouwde omgeving, zoals ‘New Towns, Arrival Cities’, ‘De Spelers van Oosterwold’ over doe-het-zelf gebiedsontwikkeling in Almere en ‘Wagner the Movie’, een beeld-opera vertaald naar het huidige politieke wereldtoneel.
De film van Marit Geluk: ‘Intuition, zoektocht naar Stadsvernieuwing als Kulturele Aktiviteit’ is te zien op Vimeo : https://vimeo.com/596605667
Dwarsweg Binnenstad: Een onschuldige lijn op de kaart stond gelijk aan de sloop van honderden panden en de vernietiging van twee binnenstadswijken.
Het was 10 december 1980, de dag dat het Dwarsweg-compromis werd gesloten. Samen met collega-wethouders Chris Nyquist (VVD) en Lex Blankesteijn (CDA) sloot ik het zogeheten Dwarsweg-compromis. Hierbij werd een – voorlopig – einde gemaakt aan een decennialange discussie over de verkeersafwikkeling in de Haagse binnenstad. Den Haag was verdeeld, aan de een kant stond de VVD, het CDA en het grootwinkelbedrijf die een ringweg om het historisch centrum (lees ook: Grootwinkelgebied) wilde. In hun visie ging het vooral om de economie van de binnenstad. Zij zagen hiervoor een maximale bereikbaarheid met de auto als sleutel. Voor deze ringweg (‘Dwarsweg Binnenstad’) waren in het Oude Centrum en het Kortenbos veel panden opgekocht. Inmiddels gesloopte panden zorgden voor gaten in de gevelwanden, veel resterende woningen waren verpauperd of al dichtgemetseld. In het Oude Centrum – tussen de Palviljoensgracht en de Boekhorststraat – was al een deel van de ringweg aangelegd. Voor beide wijken was er geen toekomst meer.
De foto dateert uit 1980 en laat het gebied zien tussen de Palviljoensgracht en de Boekhorststraat.
Dankzij het toenemende verzet in de stad groeide in de jaren tachtig de basis voor een fundamentele verandering van het ruimtelijk beleid voor de binnenstad. Uiteindelijk zou dat culmineren in het ‘Dwarsweg-compromis’. Hiermee kon de weg naar de rehabilitatie van dit deel van de Haagse binnenstad weer worden ingezet. Maar in Den Haag zijn politieke compromissen breekbaar, dus hoe kon deze politieke winst ook daadwerkelijk worden veilig gesteld? Voor mij stond vast dat wij voor de volgende verkiezingen feiten moesten creëren. Wanneer wij er met elkaar in zouden slagen om voor de gewenste nieuwbouwplannen de eerste palen de grond in te krijgen, zou de Dwarsweg er nooit meer kunnen komen. Maar een wethouder kan nog zo veel willen, hij of zij is ook afhankelijk van de medewerking van het ambtelijk apparaat en de woningbouwvereniging. In ambtenaren als René Strijland en Piet van de Kerkhof had ik bondgenoten die dag en nacht bereid waren door te werken om deze ‘strijd’ te winnen.
Maar hoe zat het met de bereidheid en medewerking bij de Algemene Woningbouwvereniging (AWV), die de risico’s van de woningbouw en de bedrijfshuisvesting op zich zou moeten nemen? Het AMV stuurde een nieuwe, mij onbekende projectleider, een robuust gebouwde leeftijdgenoot, die zich voorstelde als Willem Meuwese. En dat bleek voor ons een gouden greep. Willem was, net als wij, volstrekt onorthodox in zijn werkwijze. Hij hield zichtbaar van uitdagingen, de wereld veroveren was hem op het lijf geschreven. Al in het eerste contact gaf Willem aan dat succes alleen mogelijk was, wanneer hij directe toegang had tot mij als wethouder. Zijn methode bestond eruit om de opdoemende knelpunten altijd direct te slechten: ‘Alleen dan kan ik het tempo waarmaken wat u vraagt!’
Veertig jaar verpaupering in Het Oude Centrum en Kortenbos werd in twee jaar gekeerd in een wederopbouw.
Het zou het begin worden van een hele intensieve en mooie samenwerking, waarbij alle formele codes en regels – indien nodig – werden doorbroken. Als een wervelwind forceerde Willem beslissing op beslissing en loste hij knelpunt na knelpunt op. In een ongekend hoog tempo ontwikkelde hij -samen met de gemeente, bewoners en bedrijven – in anderhalf jaar tijd een spectaculair bouwprogramma dat bekend zou worden onder de naam: Bouwstroom Binnenstad. Maar liefst 1000 sociale huurwoningen, winkels en bedrijfsruimten op maar liefst 27 verschillende locaties in het Oude Centrum en Kortenbos. Op 18 november 1982 gingen overal de eerste palen de grond in. De Dwarsweg was definitief geschiedenis.
In het Hamerstraat in het oude centrum verdween definitief de dwarsweg van de kaart. Een droom kwam uit.
Willem Meuwese ontwikkelde zich hiermee tot een belangrijke motor in de Haagse stadsvernieuwing. Maar het ging hem niet alleen om productie, na deze krachtinspanning ontwikkelden wij in 1984 – in het kader van Stadsvernieuwing als Kulturele Aktiviteit – samen met Hans van Beek van architectenbureau PRO de nieuwe kwaliteitsnorm voor de stadsvernieuwing in de Katerstraat, een voormalig prostitutiegebied. Al dertig jaar een voorbeeldproject voor kwalitatief hoogwaardige en betaalbare sociale woningbouw in een stedelijk gebied.
12 november 1982, twee jaar na het Dwarsweg Compromis, begon de Bouwstroom Binnenstad. 1982
Willem Meuwese ging naar het Bouwfonds. Hij zou zich in de commerciële wereld van projectontwikkelaars onderscheiden door de realisatie van een reeks kwalitatief hoogwaardige projecten. Steeds vaker keerde hij zich af van de wereld van het commerciële. Hij voelde zich meer en meer thuis in zijn eigen atelier waar hij kon schilderen.
In oktober 2012 kwam ik Willem Meuwese weer tegen. Ik had opnieuw iemand nodig die in staat zou zijn om een nu wel heel bijzondere klus te klaren. Ik legde hem uit dat ik aan de oostkant van de stad een volstrekt nieuwe vorm van gebiedsontwikkeling wilde. Ook wel een meer organische groei genoemd en belangrijk: geheel op basis van initiatieven van onderop. Willem was direct enthousiast. In zijn ogen zag ik het avontuur weer opvlammen. Dat was, in een wereld waarin commerciële grondposities uitmaken wie er mag bouwen, een uitdaging. Hier was de grond van het Rijk en de Gemeente. Er kon dus een fundamentele omslag naar burgers worden gemaakt. Ook hier stond Willem voor het op gang brengen van een kwetsbare ontwikkeling. In ons land is woningbouw helaas vooral een verdien-machine voor institutionele partijen, die er niet voor schromen om met een veelvoud van minimalistische gestandaardiseerde woningbouwproducten veel geld (‘marktconforme prijzen’) uit de portemonnee van burgers te plukken. De vraag was dan ook, hoe wij konden veiligstellen dat in Oosterwold de initiatieven van onderop ook echt centraal zouden komen te staan. Wie kon dat voor elkaar krijgen?
Het mag duidelijk zijn, Willem Meuwese werd onze kwartiermeester voor Oosterwold. Met het Rijksvastgoedbedrijf, de provincie Flevoland, de gemeente Zeewolde en het Waterschap Zuiderzeeland – de door ons voorgestane nieuwe vorm van gebiedsontwikkeling, waarin inderdaad de initiatiefnemers burgers waren. Oosterwold heet dan ook niet voor niets ‘Land-Goed voor initiatieven’.
2017, de eerste initiatieven waren omgezet in concrete gebouwen en het open land kreeg zijn vorm.
Willem Meuwese werd ook de eerste gebiedsregisseur van Oosterwold. Willem toonde opnieuw zijn onconventionele karakter, hij was missie gedreven, kleurrijk en vooral goedlachs. Willem Meuwese gooide de knuppel in het hoenderhok als dat nodig was. Hij zorgde ervoor dat het kenmerk van de gemeenschappelijke regeling, die onder zijn leiding tot stand kwam, niet bestond uit Almere Oosterwold of Zeewolde Oosterwold, nee, het werd ‘Oosterwold’. De betekenis is duidelijk, in dit gebied was het niet de gemeente en haar ambtenaren, maar gold het adagium ‘mensen maken de stad’. Willem zou tot juli 2014 betrokken blijven. Achteraf vond hij dat het misschien te kort was, maar hij was het die de basis van de grondgedachte heeft verankerd en daarmee een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het immense succes wat Oosterwold inmiddels is. Oosterwold is het enige grootschalige gebied waar honderden burgers met hun initiatieven de stad maken. De wachtrij is inmiddels zo groot dat gebiedsregisseur heeft moeten besluiten de inschrijving tijdelijk te sluiten. Oosterwold laat het zien; gebiedsontwikkeling kan dus zoveel anders in ons land. Willem legde daarvoor als kwartiermaker het materiële fundament.
De initiatievenkaart van Oosterwold waarbij iedere stip een uitdrukking is van creativiteit.
Voor mij is het overlijden van Willem het verlies van iemand die van grote betekenis is geweest voor de dromen en idealen die ik nastreefde. Willem Meuwese begreep dat, voelde zich er in thuis. Willem was de reus die Den Haag en Almere met zijn daden definitief veranderde.
Willem mag dan nu overleden zijn, zijn werk blijft. De stad Den Haag, het Oude Centrum en Kortenbos, maar zeker ook Oosterwold zouden er anders uitzien wanneer Willem er niet was geweest. Met dit In Memoriam toon ik mijn dankbaarheid, nadrukkelijk ook aan zijn familie. Ik wil voor eenieder die het aangaat, duidelijk maken hoe dierbaar voor mij de samenwerking met Willem was. Het was nadrukkelijk ook ons avontuur en hebben er samen van genoten en waren beiden trots op de resultaten!
Het is tijd (…)Tijd om te leven
Willem en zijn vrouw Marianne waren beiden ongeneeslijk ziek. Op 17 december 2019 hebben ze ons verlaten, maar niet zonder boodschap: ‘Het is tijd (…) Tijd om te leven ‘.