
Ik keer even terug naar de debatten over het woonakkoord van Rutte 2 in de Eerste Kamer in 2014. Het is het moment waarop ik de toezegging kreeg dat de wooncoöperatie zou worden opgenomen in Woningwet 2015. Eindelijk zou er een wettelijke basis zijn voor sociale burgerinitiatieven in het eigen wonen.
De nieuwe woningwet zou het einde moeten zijn van het exclusieve recht op het bouwen van sociale huur- en koopwoningen. Zelforganisatie, zelfbeheer en zelfbeschikking van bewoners zou nu eindelijk ook een recht worden in hun wonen.
Maar helaas kreeg de wooncoöperatie van de sociale huursector geen reële kans. Stilzwijgend negeerde de professionals al die burgers die bij hen aanklopte met hun initiatieven. Slechts twee keer lukte het huurders om hun woningen om te zetten in een eigen wooncoöperatie. Wel verkochte de woningcorporaties duizenden sociale huurwoningen op de commerciële woningmarkt. Wat een gemiste kans om in ons land een sociale woonsector op te bouwen die echt van burgers is!
Met de komst van een nieuwe minister Volkshuisvesting lijkt er een echte verandering op komst . Bij de presentatie van het boek Operatie Wooncoöperatie toonde de minister zich heel positief over de wooncoöperatie binnen ons woonstelsel. Hij was ronduit enthousiast om burgers de kans geven om een eigen wooncoöperatie te vormen. Hij zegde nieuwe regelgeving toe waardoor het gemakkelijker wordt voor burgers om hun eigen wooncoöperatie op te richten.
114 jaar heeft het geduurd voordat er in de Woningwet ruimte ontstond voor burgerinitiatieven. Zou het jaar 2022, met de komst van de nieuwe minister voor Volkshuisvesting Hugo de Jonge, de doorbraak worden voor burgers om zelf inhoud te mogen geven aan hun eigen wonen. Dat zou een feest zijn.
Ik ben optimistisch en denk dat het nu echt zal gaan lukken!