“Ons land noemen wij het”, Frank Meijers, ontdekkingsreiziger in Oosterwold (1965-2019)

Vlnr: Adri Duivesteijn, Frank Meijers, Ivonne de Nood en Jacqueline de Ruiter. Foto: Marit Geluk

Een In Memoriam over Frank Meijers door Adri Duivesteijn op basis van een wandeling in Oosterwold op 29 juni 2016 met citaten uit geluidsopnamen van Marit Geluk.

Het was zaterdag 19 januari jl. toen filmmaker Marit Geluk mij belde met het afgrijselijke nieuws dat Frank Meijers die ochtend in de bossen van Oosterwold door een noodlottig ongeval om het leven was gekomen. Op zondag zou Marit’s film ‘De spelers van Oosterwold’ voor het eerst in Almere worden getoond in de bioscoop Kinepolis. De zaal (550 plaatsen!) was al weken uitverkocht. Veel van de aanwezigen zijn uit het Oosterwold afkomstig. Het was Frank Meijers, samen met zijn vrouw Jacqueline de Ruiter, die aan het begin stonden van een voor Nederlandse begrippen ongekende gebiedsontwikkeling. Terecht werd de premiere van de film wegens het overlijden van Frank Meijers uitgesteld naar zondag 3 februari a.s.

Ik ontmoette Frank Meijers op 29 juni 2016 toen ik met Ivonne de Nood, gebiedsregisseur Oosterwold 2015-2018), in Almere kwam kijken naar de eerste veranderingen in het maagdelijke polderlandschap van Oosterwold. Hier in Oosterwold zouden niet meer de projectontwikkelaars en woningcorporaties het gebied ontwikkelen, maar zijn het de mensen die de stad maken. Terugluisterend naar de audio opname die Marit Geluk heeft gemaakt van mijn ontmoeting met Frank Meijers, herbeleef ik onze ontmoeting en word ik opnieuw meegesleept door zijn openheid, spontaniteit en enthousiasme die hij wist te combineren met een scherp inzicht in de essentie van wat een organische gebiedsontwikkeling juist ook van de mensen zelf vraagt die deze uitdaging aangaan. In dit IM laat ik vooral daarom Frank Meijers aan het woord, want in zijn toelichting op hun eigen wooninitiatief dringen wij door tot wat in de kern Oosterwold is.

Frank Meijers: “Wij wilden naar buiten, Jacqueline wilde graag naar buiten, wij zijn de stad een beetje zat. De kinderen zijn nu zover dat ze naar de middelbare school gaan. Wij vinden de stad niet echt een perfect decor voor hun verder opgroeien. Wij wilden naar buiten toe, Jacqueline had al een tuin maar wilde meer ruimte. Wij hebben heel lang gezocht of wij ergens in Nederland iets konden vinden dat ons bevalt, maar we hebben gewoon niets kunnen vinden in al die twee jaar. Wij zoeken ruimte om ons heen, wij willen ook vrijheid, wij willen ook een groot huis kunnen neerzetten en dat is zeer lastig. Wij hebben wel plekken gevonden maar daar mag je dan maar 200 kubieke meter huis bouwen. Echt van die rare regels, echt midden in het landschap, gewoon midden in de natuur, niks om je heen en dan mag je maar 200 kubieke meters bouwen. Waarom? Wie is hiermee geholpen, welk probleem wil je hiermee oplossen? En dat is dan volstrekt onduidelijk, gewoon.”

Anders dan in de rest van Nederland, heeft Almere, Zeewolde samen met het Rijksvastgoedbedrijf (RVOB) van de Rijksoverheid en de Provincie Flevoland voor de ontwikkeling van Oosterwold gekozen voor een stedenbouw die een organische ontwikkeling van onderop mogelijk maakt. In Oosterwold geldt daarom het Almere principe “mensen maken de stad’ met de kernwoorden ‘zelfbeschikking’, ‘zelforganisatie’, ‘zelfbeheer’ en ‘zelfvoorzienend’. Burgers kunnen intekenen op de verwerving van grond om hun eigen idealen, fantasieën en dromen over hun eigen wonen zelf inhoud te geven. Hoe? Zeker, is dat het altijd een programmatische combinatie is van wonen, werken, landbouw en landschapsontwikkeling. De vorm? Hier is iedere initiatiefnemers vrij is om daaraan inhoud te geven. Het is het geheim van Oosterwold dat zich dus stukje bij beetje aan ons openbaren.

Frank Meijers: “Jacqueline kwam op de Noordermarkt in Amsterdam onze bloemenman tegen Zij vertelde dat ons zoeken naar een geschikte locatie al twee jaar op niets was uitgelopen. Nou, dan moet je een keer in Almere gaan kijken, daar hebben ze een nieuw project. Wij zijn toen direct wezen kijken, dat was rond de kerst in 2014. Nou in januari zaten wij bij Ester Geuting de toenmalige gebiedsregisseur van Oosterwold, en al in april hebben wij onze vergunning aangevraagd. Wij vonden het zo geweldig, we hebben meteen doorgepakt. Doordouwen, en nu dit dan (Frank wijst op hun woning, hun kas en hun land). Wij wilden zo snel mogelijk de vergunning over de muur gegooid hebben, alle aanvullingen komen daarna wel. Als ze maar vaart maken. En wat ik ook ontzettend leuk vind, dat wij hier straks niet in een eenvormige wijk wonen, maar dat je gewoon allemaal mensen om je heen hebt, mensen die net zoals wij dit leuk vinden, je hebt hier wel iets gemeen. We hadden misschien ook wel ergens anders eens een boerderij gevonden waar wij wat mee zouden kunnen, maar dan woon je in een buurt, waar je waarschijnlijk in de komende dertig jaar met de nek wordt aangekeken, want je komt toch uit de stad. Hier kennen wij al meer mensen om ons heen, dan wij waarschijnlijk ergens anders zouden gaan leren kennen, en wij wonen hier nog niet eens.”

Oosterwold, 29-06-2016 – Foto: Marit Geluk

Frank en Jacqueline waren beiden, juist door hun zoektocht naar een geschikte locatie, ervan doordrongen dat er voor de realisering van hun dromen, in ons zo geordende Nederland, maar heel weinig kansen waren. Zij wisten ook dat dromen alleen realiteit worden wanneer je ook bereid bent om je in te spannen om ze uit te laten komen. Daarvoor is intellectuele denkkracht en fysieke arbeid nodig. Voor hen was Oosterwold dan ook de kans om in hun wonen existentieel te zijn.

Frank Meijers: “Dat bevalt ons hier erg, de creativiteit. Het is toch veel leuker om iets te doen wat je zelf bedacht hebt, in plaats van iets in te vullen wat een ander bedacht heeft. Dit is veel leuker, je doet het met veel meer liefde. Ik vind het ook mooi dat wij ergens echt in kunnen investeren en dat nu ook heel duurzaam kunnen doen. Zulke muren, alles met de beste materialen, dit staat er over honderd jaar ook nog, of tweehonderd jaar wellicht. Het is zo goed wat hier gebouwd wordt. Als ik dat vergelijk met wat ik overal gebouwd zie worden, dat wordt afgeschreven in, zeg het maar, vijftig jaar hooguit, misschien nog wel minder. Grote torenflats, kantoorgebouwen worden in twintig jaar alweer opengehaald, nog een keer een nieuw geveltje erin, en na veertig jaar worden ze afgebroken, verschrikkelijk!”

Franks enthousiasme roept bij mij opnieuw de vraag op wanneer onze politici en stedenbouwers nu eens gaan inzien dat burgers meer zijn dan woonconsumenten?  Zij kunnen een einde maken aan de – eenzijdige – winstmaximalisatie die ons wonen nu zo kenmerkt? Wanneer wij echt willen dat het wonen weer van mensen zelf wordt, dat wij – net zoals Frank en Jacqueline – echt woonproducenten kunnen zijn, dan zullen bestuurders en hun ambtelijke medewerkers, stedenbouwers en architecten, de zelfbouwers moeten gaan faciliteren. Nu moeten zelfbouwers, de geweldige ontdekkingsreis die ons eigen wonen ook is, vooral zichzelf aanleren om daarin samen sterker te zijn.

Frank Meijers: “Ik ben advocaat, toezichthouder en gerechtelijk deskundige. Maar eigenlijk wil onze ervaringen delen. Ik ga kijken of ik mijn diensten kan aanbieden. Ik ben bezig met mijn blog dat jullie misschien wel hebben gezien. Deze is er opgericht om de drempel om hier te gaan bouwen zo laag mogelijk te houden. Ik deel alle informatie die ik heb. Ik heb geen commerciële belangen nog bij die site. Ik ben natuurlijk ook een beetje een voorvechter, dus ik heb ook als eerste alle nieuwe informatie. Mijn site wordt heel veel gelezen, de beste dag was tweeduizend kijkers, gemiddeld haal ik er vijf, zeshonderd clicks op één dag. Ik heb bijna tweehonderdduizend bezoekers. Er komen veel mensen bij mij, die niet direct naar de gebiedsregisseur gaan, om vragen te stellen en dan help ik ze met liefde, maar ik zou het ook leuk vinden als ik daar wat meer mee kan. Ik zie dat ik heel veel kennis en ervaring heb, maar ik wil dat ook voor mijzelf, mijn eigen kwaliteiten, ik kan dat gewoon, ik vind dat leuk. Dan zit ik ook wat meer tegen het bouwen aan in plaats van voor de PC hangen met juridische stukken. Dat kan ik wel, maar ik vind het minder charmant.”

Op nieuw realiseer ik mij dat wij over het wonen, hoewel een van de meest primaire levensvoorwaarden, oneindig vrij kunnen fantaseren. ‘My home is my Castle’, zeggen de Britten. In de Schilderswijk waren ‘de krotten van binnen paleisjes’. Juist dit dromen over ons eigen wonen staat los van rangen en standen. Voor iedereen geldt dat wonen een plek in bezit nemen is. Maar juist dat is in ons land zo weinigen gegeven, om echt in vrijheid het eigen wonen vorm te geven. Maar praat met hen die het geluk hebben hun eigen huis te mogen bouwen, dan ervaar je telkens weer dat deze zelfbouwers je eindeloos kunnen verhalen, over hoe hun toekomstige woondomein eruit zal komen te zien. Zo ook bij Frank en Jacqueline.

Frank Meijers: “Dit wordt het, ja, ik vind het natuurlijk heel mooi” – Foto: Marit geluk

Frank Meijers: “Dit wordt het, ja, ik vind het heel natuurlijk heel mooi, want wij hebben zelf opdracht gegeven. Hier komt nog een grote pergola, winters kan de zon eronder en zomers wordt die tegengehouden. Er komen van die zuiltjes waar de pergola op steunt, allemaal in hetzelfde mooie metselwerk, veel leuke details in het metselwerk ook, daaronder zo verticaal en horizontaal. Onze architect is van het bureau Winhov Die heeft het ontworpen, als goede vriend van ons. Wij hebben hem eigenlijk de ruime hand gegeven. Wij hebben wel ons programma meegegeven. Ik heb gezegd: wij willen zoveel kamers, wij willen ruimte. Zo willen wij boven een hele grote klerenkast zonder al die deuren van die IKEA-kastjes zal ik maar zeggen. En wij willen een grote werkplaats. Dat soort dingen heb ik opgegeven en voor de rest…, hij (de architect) doet het min of meer voor ons, en dan mag hij ook bouwen wat hij leuk vindt.”

Wij lopen van buiten naar binnen:

“Als je erin wilt dan kan misschien beter daarlangs, want dan hoef je er niet overheen te klimmen, want dan blijft je pak een beetje schoon. Het is een beetje vuil, maar je hoeft alleen maar hierop te stappen”

Frank loopt voor mij door het nog ruwe casco:

“Wij gaan hout stoken, wij zijn wat dat betreft zelfvoorzienend, CO2 neutraal, geen vervoer, dat vind ik leuk, dat vind ik lekker. Het is een goed gevoel om dat in eigen hand te hebben en niet al die auto’s te hoeven laten rijden. Mijn gevoel zegt mij dat alles wat je kunt isoleren is gewoon altijd goed. Wij hebben schapenwol in de muren, keramieken blokken, geen barsten meer in je muren. (…) Hier komen wij in een hele hoge ruimte. De plafonds zijn hoog. Daar achter is de keuken, met een grote eettafel in het midden, dat is het centrum van het huis. Dit blijft zo hoog, wij zitten hier aan de eettafel met daarboven een zuil met licht dat van boven komt. Ik ben gek op planten dus er komen hele grote planten langs de muur te hangen tot boven aan toe. En dan zit je eigenlijk weer in zo’n groene kas.”

“De woonkamer, de tv is eigenlijk bijzaak, is de essentie van het huis. Hier komt ook een grote houtkachel. En een bank, zodat je lekker voor de kachel een boekje kan lezen. (…) Ik wil in de keuken een enorme kast. Kijk, zo’n ruimte mis ik eigenlijk in ieder huis. Waar je pakken met eten, je rollen wc-papier en de machines die je in de keuken gebruikt, kan opbergen. Hier hoeft niets opgepropt te worden. Wij komen van een schip, dus ik ben het helemaal zat dat kruipen in gaatjes en geultjes en dit is eigenlijk de compensatie. Alles waar ik mij nu aan erger dat hebben wij hier over gecompenseerd. (…) Nou, en hier nog zijn twee kamertjes, een atelier en hiernaast een kantoor. Beiden met een riant uitzicht met grote ramen.”

Jacqueline de Ruiter: “Als jullie nog een zak basilicum mee naar huis willen. Wij verbouwen de klassieke Ocimum Basilicum Genovese. Ze groeien als kool in de kas.” – Foto: Marit Geluk

Buiten in de plantenkas verteld Jacqueline over haar passie: “Ik heb nu in de stad een kleine moestuin en wil meer ruimte. Mijn ouders hebben ook een moestuin dus daar komt het toch ergens vandaan. En zij vinden het hier, net als ik, fantastisch. Met deze kas en tuin hebben wij onze eigen wereld gecreëerd. Dat gaat niet in de stad, hier kom je nog veel meer bij de natuur. Heerlijk en ik hoef voor mijn moestuin nu niet meer weg. Dit is ook fysiek. Ik ben geen sportmens, dit is mijn sport. Dit is een stuk gezonder. Ik vind het mentaal ook heerlijk, je hebt helemaal je eigen gedachten, die gaan overal heen, terwijl je onkruid aan het wieden bent, speelt er nog een hele film in je hoofd. (…) ”

Voor mij was de wandeling met Frank Meijers en Jacqueline de Ruiter meer dan zomaar een moment. Toen ons team, samen met Winy Maas van MVRDV, bezig waren met onze ideeën voor de oostkant van Almere wilden wij een stedenbouw van onderop mogelijk maken. ‘Het radicaliseren van het particulier opdrachtgeverschap’ was toen de uitdrukking. De burgers, beter gezegd de mensen moeten het gaan doen. Hun energie is het geheim van de methode-Oosterwold. En ik kan nu, in 2019, niet beter de betekenis van het werk van Frank Meijers en Jacqueline de Ruiter voor Oosterwold duiden dan hoe Ivonne de Nood en ik het tijdens de wandeling in 2016 al onder woorden brachten:

“Weet je, jullie voorbeeld is zo ontzettend zoals het bedoeld was” (…)“Jullie zijn zo in hart en nieren Oosterwold pioniers. Van alle kanten, en jullie delen ook naar nieuwe initiatieven, jullie stellen allerlei kennis beschikbaar, via blogs, maar ook mensen kunnen hier altijd komen. Jullie zijn daarmee zo uitnodigend voor de anderen om aan te sluiten. Wat geweldig is dit!”

Frank Meijers bleef tot het laatst toe dienstbaar aan de ontwikkeling van Oosterwold. Op 17 januari 2019 schreef Frank Meijers op zijn website zijn laatste bericht: “Hoofdontsluitingswegen Oosterwold door de gemeente aangelegd?!”. Zijn plotselinge overlijden is een persoonlijk drama voor Jacqueline, hun kinderen en de familie. Maar het slaat ook een gat in de nog zo jonge gemeenschap in Oosterwold. Een ding is zeker met het overlijden van Frank Meijers verliest Oosterwold een pionier die meer dan wie ook begreep wat de essentie van Oosterwold is, namelijk dat je letterlijk een wereld creëert die niet alleen van jezelf is (!) maar die zich ook openstelt naar de gemeenschap eromheen.

Frank Meijers: “Maar weet je, dit proces kan niet slagen, als je niet open staat voor het ontdekken van dingen” – Foto: Marit Geluk

Share and Enjoy !

Shares

3 gedachten over ““Ons land noemen wij het”, Frank Meijers, ontdekkingsreiziger in Oosterwold (1965-2019)

  1. Linda

    Wat prettig opgetekend, Adri. Fijn om te lezen.

    En wat heftig dat Frank plots is komen te overlijden. Gecondoleerd nog.

    De passie voor wonen in vrijheid, wars van de stadse normen, springt eruit… Dank voor het delen van dit verhaal.
    Alle goeds & sterkte voor jou en de nabestaanden ook.

  2. Jan de Vletter

    Een indrukwekkend verhaal; in alle opzichten. Deze invulling van Oosterwold was al in het 1e structuurplan feitelijk bedoeld; alleen niet uitgewerkt. Over de grondprijzen: het gebrek aan openheid heeft mij altijd geërgerd; in de jaren 80 hebben wij “ gedeeltelijk bouwrijp maken” toegepast; door RIJP, leverde grote kostenbesparing op; door gemeente gauw afgeschaft want winst moest naar grondbedrijf. De kavelprijs oosterwold zou gedifferentieerd moeten worden; bebouwd en onbebouwd. Initiatieven moeten wel kansen krijgen.

Reacties zijn gesloten.